Het schrijven van een serie met een doorgaande verhaallijn is een hele uitdaging. Het is namelijk goed om van te voren al te weten wat er in de opeenvolgende boeken gaat gebeuren, anders kan je verhaal aardig in de knoop raken. Ik praat daarom met Eva Kattz over de verschillende soorten series die er zijn, waarom je van te voren moet weten wat er gaat gebeuren en hoe je dat kunt doen.
Links:
Eva’s boek Dark
Ons gezamenlijke boek Fiction Builder!
Eva kun je vinden via haar Instagram @gbkattz.
In het nieuws van de maand augustus heb ik het over de veranderingen bij Twitter (X).
De podcastaflevering over de mailinglist: Zo maak je van je fans superfans!
De blogposts over de mailinglist:
Mailinglist en nieuwsbrief. Hoe doe ik dat?
Mailinglist opzetten. Hoe doe ik dat?
***
Eva Kattz schrijft horror en paranormale thrillers en is daarnaast schrijfcoach. Ze heeft een methode ontwikkeld om het plotten van fictieverhalen makkelijker te maken en is bezig deze methode uit te breiden voor het plotten van een serie. Ze kan ons daarom alles vertellen over hoe een schrijver kan zorgen dat de serie waar ze mee bezig zijn zó goed wordt dat lezers wel moeten door lezen.
Luister hier via de podcast player, of via je favoriete podcast app. Hieronder staan de hoogtepunten en de volledig uitgetypte versie van het interview.
Hoogtepunten
- Wat voor soorten series zijn er allemaal
- Waarom is het belangrijk om van te voren na te denken over je serie?
- Hoe je een serie van te voren kunt plotten
- Voorbeeld van een TV-serie die niet van te voren goed is uitgedacht
- Schrijfcoaches kunnen je helpen met het plotten van een doorgaande verhaallijn
***
Volledig uitgetypte versie van het interview met Eva
Maria: Eva Kattz schrijft horror en paranormale thrillers en is daarnaast schrijfcoach. Ze heeft een methode ontwikkeld om het plotten van fictieverhalen makkelijker te maken en is bezig deze methode uit te breiden voor het plotten van een serie. Ze kan ons daarom alles vertellen over hoe een schrijver kan zorgen dat de serie waar ze mee bezig zijn zó goed wordt dat lezers wel moeten door lezen. Welkom Eva, leuk dat je er bent!
Eva: Hi
Maria: Hello
Maria: We zijn deze keer… Voor de verandering zit je bij mij op de bank en niet via Zoom.
Eva: Best gezellig hier hoor.
Maria: Best gezellig, precies.
Eva: Kopje thee erbij.
Maria: Ja, heerlijk. Maar goed, dat komt gewoon omdat we vrij dichtbij elkaar in de buurt wonen. Dus dat is altijd makkelijk.
Eva: Maar we kennen elkaar ook al heel lang.
Maria: Wij kennen elkaar al heel lang dus dat scheelt ook wel.
Eva: En een mooie excuus om weer eens een keer hier langs te komen.
Maria: Precies en een beetje bij te kletsen. Hartstikke goed.
We gaan het vandaag hebben over series, want jij bent schrijfcoach. Maar voordat we dat gaan doen, kun jij in het kort even iets vertellen over jezelf en wat je schrijft. Waarom je begonnen bent met schrijven?
Eva: Dat is een goeie vraag eigenlijk. Waarom ben ik begonnen met schrijven? Ik heb er een tijd over na zitten denken, want we hadden het hier vaak over natuurlijk. Maar om het over jezelf te hebben is niet echt iets wat voor op je tong zit.
Maar ik dacht eraan, ik denk: Ik heb eigenlijk altijd geschreven. Alleen ik ben één van die domme mensen die denkt dat als je iets leuks doet, dat je daar je werk niet van kunt maken. Dus ik ben op een gegeven moment gewoon netjes gaan studeren, rechten studeren, Ik dacht van: Oh, baan goed betaald, weet je wel. Kun je gaan doen wat je zelf wil daarna en dat ging niet. Op een gegeven moment zit ik met een groepje mensen gewoon in de zaal, en ik denk van: Wow, dit zijn echt gewoon niet mijn mensen. Sorry, ik vind dit leuk, maar ik moet hier echt weg.
En één van de redenen dat ik daaraan dacht… Op een gegeven moment ben ik bij een juridisch tijdschrift gaan werken van de universiteit toen ik daar nog was, en ik was degene die de juicy stories schreef. Ik was degene die daar altijd een verhaal van wou maken. Mensen schreven prachtige juridische conclusies en analyses, maar ik vond het zo droog. Ik denk: Waarom doe je niet gewoon iets leuks? Waarom doe je niet iets sappigs?
Dan maakte ik verhalen over vrouwen die serial killer werden, moordwijven noemde ik die dan. En iedereen zei: Oh, dat is leuk, en ik: Ja, dat is leuk! Maar op een gegeven moment dacht ik: Ja, dat is leuk, maar eigenlijk doe ik dit veel liever dan al die andere rechtendingen, dus toen ben ik heel snel overgestapt naar een andere studie, naar Engels, Engelse literatuur.
En wow, dat was een openbaring. Daar waren mensen die ook schreven voor een hobby en we praatten in het Engels. En moet ik er even bij zeggen, jij weet dat Maria natuurlijk, maar je luisteraars niet. Ik schrijf in het Engels en dat is gewoon m’n ding. Niet dat ik een hekel heb aan Nederlands, echt niks mis mee, maar dat voelt gewoon beter voor mij. En ik heb ook altijd veel vrienden gehad die in het Engels praten en ook buitenlandse vrienden en dat ging me altijd prima af. Dus op een gegeven moment dacht ik van: Als ik nou zou gaan schrijven, in het Engels, zou dat kunnen? Dus toen ben ik op een avond gewoon, weet ik veel… middernacht om 1 uur, gewoon met m’n laptopje gaan zitten. Ik denk nou dit bedenken… bla bla bla… Op een gegeven moment had ik vier pagina’s, dus ik denk: Dit is een short story in het Engels. Het was natuurlijk helemaal niks, maar dat deed me wel denken van: Mwah, misschien kan ik dit verder gaan ontwikkelen.
En ik zeg ook eerlijk, daarom ben ik fanfiction gaan schrijven. Je kunt er een hekel aan hebben of niet. Voor degene die dat niet weten, een fanfiction is dus… Schrijfsels, vaak zijn het tieners – ook oudere mensen, mannen en vrouwen, iedereen – maar veel tieners, die verhalen schrijven over bestaande karakters uit boeken of uit televisieseries. En dat publiceren ze dan. Dat mensen op die website, fanfiction websites, dat die het kunnen lezen. En daar kun je dan ook commentaar op geven.
Dus je kunt eigenlijk iets schrijven wat al bestaat, dus je hoeft minder goed aan het wereldbouwen te denken, world building. Je vindt het leuk dus je bent extra gemotiveerd en je krijgt vaak goeie kritiek. Het is niet alleen maar positief of negatief. Ik bedoel je wordt niet afgemaakt of zo, dus het is een soort veilige stap als je als tiener of als jongvolwassenen of… ik was volwassen, om het uit te proberen dat dat gewoon werkt, dat je daar enthousiaster van wordt, dat je daarna doorgaat naar je eigen werk.
Maria: Naar fictie.
Eva: Naar fictie. Dus ik heb daar massa’s van geleerd, ook van de feedback. En je ontmoet… ik bedoel, je ontmoet elkaar niet face to face uiteraard, maar ik kreeg leuke opmerkingen. Ik heb er een hoop van geleerd en op een gegeven moment was ik er klaar mee. Ik denk: Nou ga ik andere dingen doen.
Maria: Precies.
Eva: Maar toen ben ik ook… Ik heb eerlijk gezegd nooit m’n studie afgemaakt, maar dat had een andere reden. Maar ik heb ook daar mensen ontmoet waar ik nu nog steeds mee omga, die ook schreven en het idee dat je als schrijver gewoon je brood kunt verdienen begon langzamerhand weer vorm aan te nemen. En toen ontmoette ik jou, Maria.
Maria: Ja…
Eva: En jij hebt me massa’s geleerd over hoe ik het zelf kon doen. Hoe ik zelf uit kon geven in m’n eigen beheer. Nou ja, dat was natuurlijk de laatste stap die ik nodig had. Want je hebt altijd het idee van: Oh, uitgeven dit, uitgeven dat. Ik haal het nooit bla bla bla. Maar dit was iets nieuws. Eigenlijk heb ik altijd geschreven, maar het idee dat je daar je werk van kon maken, dat kwam pas veel later.
Maria: Hartstikke mooi.
Eva: Dus mede dankzij jou.
Maria: Ja, precies. En andersom. Ik schreef non-fictie en jij zei: Jij kan ook fictie schrijven. Dus ik ben dankzij jou fictie gaan schrijven. Dus dat gaat twee kanten op.
Eva: Cool. En je bent hartstikke goed geworden, dus dat is…
Maria: Ja, precies. En we zijn… Jij bent ook mijn schrijfcoach, dus dat is ook erg handig, want ik zou het niet zonder een schrijfcoach kunnen. Dat is absoluut een feit.
Eva: Dank je wel. Ik heb er zelf ook weer heel veel van geleerd, gewoon om er op een andere manier over na te denken. Want je eigen werk, dan zit je ook maar een beetje in een isolatie natuurlijk.
Maria: Dat klopt. En de reden dat je hier nu bent, is dat je ook schrijfcoach bent en je hebt een, wat ik al zei in de intro, een boek geschreven. We hebben samen een boek geschreven over… Fiction builder. Over hoe je een verhaal kunt plotten. Daar kwamen wij achter toen wij samen gingen werken om mijn fictie te ontwikkelen. En je bent nu bezig met een serie aan het plotten. Ik ben ook bezig met het serie aan het plotten.
Wat voor soorten series zijn er allemaal?
Eva: Dat is aan de ene kant een hele ingewikkelde vraag, maar aan de andere kant een hele makkelijke vraag, dus dan doen we gewoon de makkelijke helft eerst.
Als je het hebt over een serie en in deze context, dan heb je natuurlijk over een boekenserie. Je gaat naar Bol of Amazon en je ziet deel één en twee en drie en weet ik veel wat de schrijver ervan gemaakt heeft. Dat als serie en niet bijvoorbeeld wat in de negentiende eeuw populair was dat er in kranten, bijvoorbeeld Charles Dickens publiceerde zijn stories in een krant, in de Strand Magazine, en mensen stonden op de kade, gewoon om de nieuwe aflevering te pakken te krijgen. En dat wordt tegenwoordig wel weer wat populairder. Dat heet meer episodisch.
Maria: Ja… Serial in het Engels.
Eva: Ja klopt. Maar dat zal altijd fringe blijven in vergelijking met de serie, de boekenserie zoals de meeste mensen het kennen. Dus of het een duologie is, dat is twee boeken, of een trilogie of vijf of zeven, Harry Potter… Lord of the Rings, trilogie. De regel van drie boeken is toch wel heel erg aantrekkelijk voor veel.
Maar binnen een serie of het twee boeken zijn of 200, heb je ook weer een hele hoop andere dingen om over na te denken en dat is denk ik hier erg belangrijk. Het gaat één om van: Wat wil je ermee? Wil je een boek schrijven of een serie schrijven met karakters die eigenlijk niet veranderen? Dat is bijvoorbeeld Agatha Christie had dat: Hercule Poirot of Miss Marple. Elke keer was het een eigen verhaal, in het Engels heet dat stand alone. Maar de karakters veranderden eigenlijk niet. Ian Fleming, James Bond ook zoiets. Veranderde eigenlijk niet veel.
Maar als je dat leuk vindt, dan doe je dat. Dan maak je gewoon steeds een nieuw verhaal met dezelfde karakters. En dat is ook een serie. Je kunt er eindeloos mee doorgaan. Veel misdaadseries zijn daar ook op gebaseerd. Je kunt… Er zijn echt series van wel honderd boeken.
Eén van de bekendere is, moest ik gisteren aan denken, Sue Grafton. Misdaad schrijfster, helaas overleden ondertussen, die in het begin jaren tachtig dacht: Hé, weet je wat, ik wil een serie gaan schrijven en ik ga gewoon het alfabet nemen als template daarvoor. Dus ik ga boek A, boek B en dan ga ik elke titel begin ik met een letter van het alfabet. En op een gegeven moet ze ook gedacht hebben van: Weet je wat? Alle letters in het alfabet, hier ga ik een tijdje mee bezig zijn. Dus dat is dan iets wat je op je neemt, want je wil je lezer niet teleurstellen. Helaas is zij overleden net voor het laatste boek, dus ze heeft Y geschreven, maar Z nooit meer. Ze heeft er wel 32 jaar over gedaan en het is super succesvol.
Maar je moet van tevoren weten wat je ermee wil. Dat is het belangrijkste, denk ik. Vroeger had je ook als je bij een uitgever kwam met je manuscriptje. Dan werd er gezegd: Ja, dat is een mooi boek mevrouw. En als u succesvol werd: Hebt u nog meer van dat? Dan kon je vaak meerdere delen schrijven, maar dan moest je wel zorgen dat je eerste boek ook alleen gelezen kon worden, dat het een stand alone was. Maar tegenwoordig is dat niet meer. Als je het zelf uit wil geven, jij bent de baas.
Maria: Ik denk dat veel selfpubbers… Doordat selfpubbers, mensen zelf gaan zijn gaan uitgeven, dat de serie weer populairder is geworden, met name ook met doorgaande verhaallijnen.
Eva: Ja, zeker. Want het binge watchen is natuurlijk ook van toepassing op boeken. Als er zeven boeken zijn van de serie en je kunt ze allemaal online kopen – in tegenstelling tot een boekwinkel die vaak niet de eerste delen hebben, die je dan moet bestellen – dan is dat wel heel verleidelijk natuurlijk. Je kunt ze allemaal achter elkaar. Je kunt… iedereen zijn eigen smaak. Sommige mensen vinden stand alones leuker, maar als je een serie wilt, dan zit je in een goede tijd en een goede plaats inderdaad. Maar wat ik net zei van: Het belangrijkste is dat wat jij wil. Als jij je karakters wel een ontwikkeling wil geven, dan ga je ook moeten plotten.
Maria: Ja, want dan moet je er over na gaan denken van tevoren. Tenminste, dat denk ik.
Eva: Jazeker wel, want ik heb toch zowel in boeken als televisieseries toch wel voorbeelden gezien waar niet geplot werd en hoe verder dat gaat, vaak is dat toch wel te merken. Dat daar niet echt over na is gedacht. En nou wil ik niet pansers en mensen die gewoon schrijven wat ze willen en dan achteraf een draft opnieuw doen en het nog een keer opnieuw. Ik bedoel, iedereen doet wat ie wil, you do you, maar als je een serie wil gaan doen met een doorlopende verhaallijn voor je karakters, dan moet je erover na gaan denken.
Maar wat als je nou een serie wil met een doorlopende verhaallijn voor je karakters én in het verhaal? Oftewel boek één is niet het einde van het verhaal, boek twee ook niet en misschien boek drie of misschien zelfs daarna nog niet. Daar zijn heel veel dingen waar je dan over na moet gaan denken voordat je ook maar een plot gaat bedenken. Want als je het eenmaal bedacht hebt, dan zit je aan iets vast. En zeker als je al boek één geschreven hebt, dan moet je daarna van heel goeden huize komen om dat nog aan te kunnen passen.
Maria: En het recht te breien.
Eva: Ja, precies. En dus je kunt het steeds een stap omhoog doen eigenlijk, meer gecompliceerder maken. Niemand zegt dat jij geen karakters mag schrijven die verder geen ontwikkeling hebben en gewoon steeds een stand alone detectiveverhaal misschien, of een romance, maar denk erover na en dan kun je verder gaan kijken: Oh, ik wil…
Ik ben dus zelf met een serie bezig die zowel een… De karakters maken de ontwikkeling door én er komt van na verloop van tijd een echte verhaallijn in die wel doorzet van boek naar boek. Maar dan moet je weer de volgende beslissing nemen. Is dat echt één doorlopend verhaal of zijn het losse verhalen waar iets achter zit wat later een doorlopend verhaal blijkt te zijn? De volgende stap.
Maria: Ja, er zijn heel veel lagen in het plotten van een serie, want ik ben natuurlijk bezig, ook met de serie. En ik heb de eerste twee boeken al geschreven en ik had wel een doorlopende verhaallijn bedacht samen met jou, ontwikkeld. Maar na het schrijven van boek twee kom ik er nu achter dat bij het schrijven van boek drie, dat ik denk van: Ik had daar toch meer over na moeten denken. Dit is niet in detail genoeg uitgeplot.
Dus nou ben ik samen met jou bezig om terug te kijken en zeggen van: Wat kan ik nu gaan doen voor de rest van de, ik weet dat het negendelig gaat worden, dus voor de rest van de zeven boeken en wat moet ik nog doen om dat boek één en twee daar toch nog inpassen? En voor een groot gedeelte is dat wel zo, maar er zijn toch een paar dingen die ik in boek één en twee nog moet herschrijven, om het nog weer beter in het doorlopende verhaallijn te passen.
Eva: Maar dat dat is een mooi voorbeeld inderdaad van: Je weet hoe lang het gaat worden, maar voordat je er echt mee begint, heb je geen idee wat voor moeite je daarvoor moet gaan doen. Want het is: Oké, één boek schrijven is moeilijk en een hele serie schrijven is moeilijker.
Ik ben begonnen op een gegeven moment met mijn huidige serie schrijven en toen heb ik het hele project het raam uit gegooid en toen ben ik een stand alone gaan schrijven. Want ik denk, ik had met jou Fiction Builder! geschreven. Dat was non-fictie, dus ik ga daarna lekker aan m’n eigen serietje beginnen… eh, niet dus. Dat was ietwat ingewikkelder dan de bedoeling was. Dus heb ik eerst uitgeprobeerd of ik een stand alone kon schrijven, of ik daar een goed verhaal van kon maken. Of daar alles met zelf uitgeven goed zou gaan om aan het proces te wennen en dat was een hele klus. En nu heb ik een hele hoop van geleerd.
En als ik heel eerlijk voor mij spreek: Ik hoef verder geen stand alones meer te schrijven, want ik ben eerlijk gezegd, ik zit op het autismespectrum en de ergste, m’n ergste nachtmerrie is gewoon om elke keer een nieuw plot te moeten bedenken, om dat uit het niets te trekken. Want wat is erger dan een miljard, of oneindig veel mogelijkheden, om in jouw boek te zetten? Jouw karakters, jouw verhaal, jouw plot points? Oh god, ik wordt alleen al gewoon bang voor beetje de gedachten gewoon.
Maria: Alleen de gedachten al.
Eva: Ik tril helemaal gewoon. Dat ik dat één keer gedaan heb – en dat is dus het voordeel van een serie schrijven, wat jij ook meegemaakt hebt – je hebt je karakters, je hebt je setting, je hebt eigenlijk alles bedacht en daar bouw je op voort.
Maria: Ja, het is niet zo dat je in de eerste boek alles al klaar hebt. Want wat ik heel erg merk is dat mijn wereld en mijn verhaal breidt zich nog steeds uit. Zelfs in de vervolgboeken. Dus het is niet zo dat dat het stilstaat, omdat ik heb het eenmaal bedacht, er komt nog steeds zo nu en dan weer bij.
Eva: Ja, en dat is ook het leuke ervan, want je hebt je wereld en je hebt je vaste elementen, maar daaromheen inderdaad kun je ook allerlei dingen voor je branding gaan gebruiken. Voor je marketing, voor fans stuff. Mensen die jouw wereld leuk vinden willen daar meer van. Er zijn niet voor niets zoveel spin-offs van bekende series, boeken en films en series. Ik bedoel, als iemand daar eenmaal induikt, kijk maar naar Star Wars. Hate it or love it, maar it’s big en het is succesvol en overal zijn spin-offs. En echt de fans die eten de boel… Hallo, zoete broodjes. Bring it on, more please. Dat is het leuke van een serie. Zelfs als je maar drie boeken schrijft, kun je daar een hele hoop mee. En het is dus niet lui of zo, helemaal niet, het is zelfs meer werk maar het idee…
Maria: Het is zeker niet lui. Dat weet ik uit ervaring, dat het niet lui is.
Eva: Nee, maar het geeft je wel een step up voor jou om meer uit jezelf te halen voor je boeken. Want al die energie die je anders zou investeren, als dat je ligt tenminste, in nieuwe stand alones bedenken, kun je nu stoppen in dit uitbreiden.
Maria: Absoluut.
En als je daar dan mee bezig bent en je hebt bedacht van: Oké, ik wil een doorgaande verhaallijn in de serie. Hoe doe je dat dan, dat plotten?
Eva: Hoe ik het persoonlijk doe zou ik niemand aanraden, want ik heb ietwat ingewikkeld, maar de simpele manier is. Kijk naar wat je leuk vindt. Ga vooral niet schrijven wat je denkt dat in de markt ligt, want… nee nee nee… Je enthousiasme moet er gewoon in blijven zitten.
Kijk naar wat je leuk vindt. Ik schrijf haunted house stories. Ik schrijf spookverhalen. Ik noem het horror, paranormal thriller, maar het zit er ergens tussenin. Dus in ieder geval niet gore en viezigheid en weet ik wat en murders alles. Het is spannend, het is eng. Het is waarom je vroeger in de Efteling naar het spookhuis ging en dan weer zo blij was dat je de andere kant uitkwam.
Maria: Precies.
Eva: Maar het plotten daarvan is… Ik heb het vrij andersom gedaan, denk ik, dan je het moet doen. Ik heb eerst alles bij elkaar gezocht wat ik eng en wat ik leuk vond. En ik ben een… Ik wil niet zeggen een eng persoon, maar ik weet wat eng is, want ik was vroeger als kind bang voor het donker. Ik ken m’n scares gewoon.
Dus dat heb ik allemaal opgeschreven. Toen heb ik gedacht van: Oké, nou al deze leuke dingen, waar kun je er allemaal plots van maken? Want mijn idee was dus een serie met elke keer een stand alone plot, een eigen plot wat afgerond is. Maar daarnaast maken de characters een ontwikkeling door die van boek naar boek steeds bigger wordt, steeds groter wordt en uiteindelijk zit er een plot aan de achterkant. Ik weet niet of je luisteraars ooit The X-Files gezien hebben, maar dat heette de ‘mythologie’ en de ‘Monster of the week’. Dus je wist dat er een verhaal was wat doorliep, maar het werd niet altijd gebruikt en het werd wel steeds sterker, maar je had wel elke keer een losstaand verhaal wat opgelost werd.
Dat is mijn methode en dat is, denk ik, toch wel voor grotere series de meest voorkomende vorm. Als je een trilogie hebt, dan boek één begin, midden en einde. Dat is vrij duidelijk. Maar als je er vijf of negen hebt, zoals wij, dan moet je daar toch wel rekening mee houden dat je niet één doorlopend verhaal kan hebben, want anders ben je twintig jaar bezig en dan moet je lezer twintig jaar wachten op het antwoord.
Maria: Precies. En bovendien ik schrijf detectives en ieder boek moet bij mij een afgerond geheel zijn, qua moordverhaal zeg maar. Want de lezer moet aan het eind gewoon weten: Oké, deze persoon heeft het gedaan, dit was de moordenaar. Maar de doorgaande verhaallijn die gaat door. Ik heb daar in het begin over nagedacht. En uiteindelijk dacht ik dat ik het aardig had uitgeplot over negen delen, het verhaal, maar nu ik daar in detail naar aan het kijken ben, is dat dus niet zo. Dus moet ik toch gaan kijken hoe ik dat meer nog in detail ga uitplotten.
Eva: Ja, dat is een hoop werk, want je moet echt elk detail zelf bedenken. En elke vraag anticiperen die je lezer gaat hebben over alles wat ingewikkelder is. Ik bedoel, achtergrond bij een moordverhaal, backstory bij een romance, technische onderdelen in sci-fi misschien of wetenschappelijke onderdelen. Maar wat ik dan gedaan heb is gewoon: Ik pakte alles wat ik leuk vond, daar heb ik verhaaltjes van gemaakt en m’n characters begonnen te ontwikkelen. De persoonlijkheden daar heb ik lang aan geschroefd, want ik wou… Ik wou ze echt heel erg graag gewoon kennen. Dat was belangrijk.
Het enthousiasme erin houden vond ik één van de belangrijkste dingen. Ook al plot ik twee jaar lang, zodra ik ze niet meer leuk vind, weet ik dat de lezer het ook niet meer leuk vindt. Hetzelfde met verhaallijnen, zelfs losstaande verhaallijnen. Als ik het niet leuk vond, als ik er al zoiets had van: Dat doe ik later wel een keer. Oh, dat is toch boek vijf, weet ik veel, daar kom ik wel aan. Dan weet ik zeker dat m’n lezer het ook niet leuk gaat vinden. Dus overal is 500% enthousiasme voor nodig.
Maar nadat ik die losse verhaaltjes had bedacht, heb ik dus de characters bedacht en hoe ze zich verder konden ontwikkelen, wat hun achtergrond was, alles wat erbij komt kijken. En dat is dus heel lastig, maar op gegeven moment heb ik die twee in elkaar geschoven.
Maria: Dan kan je dus zien dat dat plotten en world building en, character building hand-in-hand gaan. Dat zijn geen losse dingen.
Eva: Dat is een hele goeie opmerking.
Je kunt ook bijvoorbeeld… Mijn boeken spelen zich af in het verleden, in verschillende tijden, in Londen, in Engeland. Maar ik kan twintig jaar besteden aan Londen gaan researchen, maar dat doe ik ook niet, want dat is niet een toegankelijk onderdeel van world building voor je plotten, want dan kun je wel bezig blijven.
Dus ik kijk eerst naar wat ik graag wil. Wat is spannend? Wat is mijn publiek? Ik wil horror schrijven, zij willen horror lezen. Zij willen over ghost houses lezen. Ik wil dat. Ik vind dat leuk. Let’s do ghost houses.
En om daarna de karakters erin te schuiven, dan moest je wel weer de world building aanpassen op de charakters en de stories op de characters. En zo heb ik een hele tijd als een soort raar soort Tetris spel, om het goed bij elkaar te krijgen. Maar daardoor kreeg ik ook weer ideeën af en toe. Dus dat moest bij elkaar passen. Ik bedoel, als er een boek is waar ze, er zit een romancelijn in, dus als mijn characters op een gegeven moment een boek nodig hebben waarin ze redelijk lang met elkaar samen door kunnen brengen, dan laat ik ze niet over straat rennen in een storyline.
Maria: Nee.
Eva: Dat moest ook weer passen.
Maar na de eerste paar weken, paar maanden, haren uittrekken, begon het vorm aan te nemen en nou ben ik er heel erg tevreden mee. En dan denk ik ook: Ik zou dit niet gedaan kunnen hebben zonder plotten.
Maria: Nee, precies.
Eva: Niet op dit niveau. Niet wat het later nog moet worden. Boek één? Ja. Boek twee? Misschien. Alles daarna? I don’t know…
Maria: Precies hetzelfde en ik heb maar…, maar… vergeleken bij jou, ik ga niet noemen hoeveel boeken je hebt gepland.
Eva: Nee, doe dat maar niet.
Maria: Maar je hebt veel meer boeken gepland als ik mijn negen boeken en ik kwam bij boek drie erachter, nadat ik boek één en twee had geschreven, ik moet meer gaan plotten, want dit werkt niet als ik deze serie, deze verhaallijn af wil maken op de juiste manier. Dus ik kwam daar ook achter. Boek één en twee? Oké. Daarna? Dan krijg je toch… Dan gaat het wringen en dan kloppen dingen niet meer.
Eva: Ja, je hebt dezelfde structuur als ik, hè? Je hebt karakters die een ontwikkeling doormaken en losstaande afgeronde verhalen aan het einde van elk boek. Dus dat is inderdaad… Om dat in elkaar te weven, dat is niet mis. En precies wat je zegt. Bij boek drie begin je te merken dat het misschien niet helemaal werkt.
Ik geloof dat Stephen King de Dark Tower serie ooit tientallen boeken had gepland, maar – nu zijn er acht geloof ik, ik weet niet precies, maar ze zijn erg goed – maar ik denk dat ie niet aan die dertig, of wat het was, toe zou komen. Hij is een panser. Hij schrijft het verhaal terwijl ie het bedenkt. Maar op een gegeven moment komen daar krasjes in, scheurtjes.
Maria: Ik denk dat Stephen King niet de enige is die wel eens zo’n fout heeft gemaakt, want er zijn, denk ik, nog wel andere series die je als voorbeeld zou kunnen noemen van: Daar is het volkomen fout gegaan en het hoeven niet eens per se boeken series te zijn.
Eva: Nou, the thing is… Ik denk dat je je continu in moet leven in je lezers. Je moet je lezers serieus nemen. Dus ze zijn intelligent en je hoeft ze niet alles voor te kauwen. En je kunt ze een tijd meenemen in een bepaalde ontwikkeling. Dat ze denken van: Oe, dit is spannend… Oh nee, een cliffhanger, nee, nee, nee… Einde van het boek, nu gaat het pas in het volgende boek verder. They do that. Sorry als ik steeds Engelse uitdrukkingen gebruik, maar dat zit zo in m’n hoofd.
Ik kan wel een voorbeeld bedenken, ik zal de naam niet noemen, maar het ging over een politieserie. Het was een televisieserie, maar dat is vergelijkbaar met dit. Het is zes seizoenen doorgegaan.
Maria: Je mag de naam wel noemen hoor.
Eva: Ja, maar mensen die het nog niet gezien hebben, zouden misschien…
Maria: Oh ja, spoilers… Oké. Doe dan maar niet, nee.
Eva: In ieder geval, het ging over een politieserie. Dan werden inderdaad per aflevering een zaak behandeld, dus je kon het ook gewoon los kijken zonder het achtergrondverhaal, maar dat wordt toch wel belangrijk op een gegeven moment. Maar uiteindelijk, toen de monsterachtige serial killer, die de detective achterna zat, onthuld werd, na zes seizoenen, bleek het iemand te zijn die eigenlijk niemand zich echt herinnerde. Oftewel, de spanning was opgevoerd en opgevoerd en opgevoerd, maar de climax was blêh.
Maria: Ja, dat is nogal een wet blanket.
Eva: Ja, om het goed uit te drukken.
Maria: Ik weet over welke serie je het hebt en ik was… Ik hou erg van detectiveseries, ik vond hem ook heel erg leuk, maar dat laatste seizoen was echt dat ik denk van: Woah… Nee.
Eva: Ik heb die serie dus zelf alleen maar een begin van gezien – mijn man houdt niet van stand alone serie afleveringen, vind ie niet spannend genoeg – maar los daarvan, ik keek er ook niet meer naar.
Maar toen het af was hoorde ik bepaalde geluiden, dus toen ben ik het gaan researchen, gewoon puur om te kijken van: Oké, ik doe een lange serie, wat doe ik wel, wat doe ik niet? Want ik weet niet alles. Ik heb nooit een serie geschreven, ik probeer het ook maar voor het eerst. Maar er bleken een hele hoop dingen te zijn die gewoon tried and tested zijn. Technieken die uitgeprobeerd zijn, fouten die gemaakt zijn. Ik denk van: Ga dat lekker researchen, ga eens kijken wat werkt en wat werkt niet. Wat werkt voor jou?
Ik bedoel, jij moet ook wel opgemerkt hebben op een gegeven moment van: Oké, ik vond dit leuk, maar nu vind ik het niet meer leuk. Waarom is dat? En op een gegeven moment dan krijg je toch wel door hoe bepaalde technieken werken en die kun je in je boek zetten.
En dat betekent niet dat dat schrijftechnieken zijn die jou in harnassen of op een of andere manier in een keurslijf zetten van: Dát moet je doen en dát zijn de regels en dát mag je niet. Nee, het is gewoon… Je maakt een product – een boek, serie een film, het komt over op je lezers of je kijkers – en het werkt of het werkt niet. Maar er zijn wel redenen voor en die kun je achterhalen. Dus als iets fantastisch werkt, nou, ga ook maar kijken van: Wat vonden mensen er fantastisch aan? Kijk of je dat in je eigen serie kunt gebruiken. Dat is geen plagiaat, dat is puur wat werkt en wat werkt niet.
Maria: Research.
Eva: Ja, research. Maar ook niet zozeer research voor je boek zelf, maar ook gewoon research van: Hoe doe ik dat?
Maria: Het leren van het schrijfvak. Dat is het ook.
Eva: Ja, dus dat is een heel uitgebreid gebied. En dat is niet alleen maar van: Hoe schrijf ik een bepaalde zin voor een bepaald effect? Maar het is ook van: Hoe structureer ik mijn verhaal mijn serie zo dat alles precies op het goede moment landt? En daar mag je tijd in steken. Dat hoeft echt niet in een week.
Maria: Oh nee.
Eva: Ik heb wel eens iemand hoor zeggen: Oh ja, ik heb al negen boeken geschreven dit jaar, was gewoon fantastisch. Saai… nee…
Ja, misschien heb je het wel geschreven en is het technisch gezien een serie. Een technisch gezien zijn het boeken, woorden zitten erin, maar mag ik enige scepticisme hebben?
Maria: Wij hadden net lunch… We hebben net even geluncht en toen had je het over drie dingen die, als je aan het plotten bent van de serie…
Toen noemde jij drie dingen waar een schrijver op kan letten om te zorgen dat het plotten goed gaat.
Eva: Ja. Dat geldt zowel voor één losstaand boek, voor één roman en voor een serie van 200 en alles erin tussenin. Maar regels… ik ben er ook regelmatig tegenaan gelopen. Uh, even kijken of ik het allemaal goed herinner hoor…
Één. Als je tegen een probleem aanloopt tijdens je plotten en je denkt van: Ik ga brainstormen… da da da en je bedenkt een oplossing. Als je oplossing drie andere dingen oplost – die je toevallig al in je manuscript had, maar nog niet echt naar gekeken – en dan denkt van: Oh kijk, dat werkt en dat werkt. Dan is het erg goed. Als het meer problemen oplevert zou ik er nog een keer over nadenken, want je wilt niet een eindeloze problemen oplossen, probleem oplossen en dat het uitdijt als een soort muizenplaag. Daar is niemand bij gebaat, dus dat is altijd een goeie norm om je aan te houden.
Twee is als je met een serie bezig bent, je zit er helemaal in, dus op een gegeven moment weet jij alles. Jij weet alles wat er gebeurt, maar je moet vergeten dat je weet dat dat gebeurt. Want daarom ga je gaten negeren in je plot en je denkt van: Ik heb een serie van vijf boeken en een boek vier komt er dat en dat, maar daar kom ik wel aan toe als ik bij boek vier ben. Uh, uh. Doe het niet. Vogel het uit want er is heel goed de kans dat het je probleem, de oplossing al in boek één is en dan wil jij niet boek één, twee en drie geschreven hebben en dan er achter komen dat het eigenlijk niet werkt.
Ik ken een boekenserie, die schrijver is waarschijnlijk enthousiast begonnen met een Victoriaanse detective. Ik zal geen namen noemen, maar je wil geen spoilers verder. Hij heeft een aantal boeken geschreven, een Jack the Ripper-achtige serial killer en er was een heel interactie met de detective en zijn familie wordt bedreigd, maar de killer moet mysterieus blijven. En op een gegeven moment heeft de schrijver ontdekt: Hè, als ik nog een boek schrijf, dan moet ik toch uiteindelijk wel iets gaan onthullen? Weet je wat? Ik hou gewoon op met het schrijven van de serie. Ik begin aan iets anders, uh, uh.
Dus, de reden… Kijk, als je jezelf vast schrijft is één ding, maar als je daarmee je lezers teleurstelt door gewoon op te houden of iets helemaal aan de kant te gooien, dat merken ze echt wel.
Maria: Dat merken ze.
Eva: Dus gaten vullen? Continu gewoon! Absoluut en daar heb je zelf alleen maar baat bij. Niet alleen wordt het makkelijker voor jou, je lezer disappointment, teleurstelling, kan sterk verminderd.
Maria: Betere recensies.
Eva: En betere recensies is inderdaad.
En puur het feit omdat je, wat ik net al zei, dat je alles kent, maakt dat je dingen over gaat slaan.
Dat is dus m’n derde punt. Dus probeer… Op een gegeven moment, je hoeft er niet lang opzij te leggen, maar probeer even als een lezer te gaan denken. Probeer je voor te stellen dat je dit nog nooit gelezen hebt. Misschien kun je het even iemand laten zien. Een korte samenvatting en dan zeggen ze: Hé, maar wat gebeurde er eigenlijk met dat karakter? Oh, die was ik vergeten dat die er ook nog was. Want dat krijg je als, niet alleen als je lang plot, ook als je schrijft en je draft opnieuw en opnieuw en opnieuw doet, dan ga je dingen vergeten. Je ziet het gewoon niet meer, want jij weet het. En als het alleen in jouw hoofd zit, betekent niet dat de lezer dat ooit nog tegen gaat gekomen. Dus puur, wees voorzichtig.
En het voordeel van de serie plotten op deze manier en ook wat Maria en ik in Fiction Builder! hebben gezegd is dat: Je mag dan wel een tijd bezig zijn met het plotten en denken op een gegeven moment… is nog niet af… ik ben zo moe. Op het moment dat dat je het gaat schrijven ben jij niet degenen die 400 drafts nodig hebt, versies nodig hebt, om dit te doen en dat jij op een gegeven moment in de achtertuin staat met een blow torch, van: Ik kan het niet meer… Sterf manuscript! Weet je wel? Dus jij bedenkt, je bedenkt, je bedenkt, je weet alles en je schrijft en dan ga je editen, maar dat is niet zo’n dodelijk proces als dat je al zoveel drafts hebt gedaan.
Maria: Nee, dat weten we allebei uit ervaring.
Eva: Ja. Want daar sneuvelen manuscripten op. Niet op het plotten of op het bedenken, maar de uitvoering: En ik kan het niet… ik heb dat nooit gekund en ik ben geen schrijver. Ik ga weer terug naar, weet ik wat, accountant zijn. Don’t do it! Want het is niet nodig. Het antwoord is plotten.
Maria: Precies, absoluut.
Eva: En we gaan er nog een boek over schrijven, jij en ik.
Maria: Ja, we gaan nog een vervolg maken op Fiction Builder!. Fiction builder voor series, absoluut.
Eva: En dan niet noodzakelijk dat waanzinnige project wat ik mee bezig ben, maar meer genuanceerd, maar wel ongeveer hetzelfde, want we weten ondertussen waar we mee bezig zijn.
Maria: Ja, we weten wat werkt en wat niet werkt. En hopelijk kunnen andere mensen daar ook van leren.
Eva: Ja, want jij hebt uiteindelijk je boek… Ik bedoel, ik heb nog geen serie gepubliceerd, ik ben er alleen nog maar mee bezig. Maar jij hebt al boeken uitgebracht, maar je bent nu aan het rebranden. Dat is ook belangrijk natuurlijk, want dat van jou was al goed, maar het gaat alleen maar beter worden. Maar dat is dus dankzij plotten en niet achter op een bierviltje in een half uurtje van je vakantie.
Dus the bottomline is eigenlijk van: Als je een serie wil gaan schrijven, weet wat je wil, research het goed en weet dat de moeite die je erin steekt dat dat ook echt de moeite waard gaat zijn.
Maria: De moeite van te van tevoren dat gaat echt de moeite waard zijn.
Eva: Ja, je motivatie gaat erop vooruit, je enthousiasme. Je hele passie voor het project. En als je het uiteindelijk schrijft en je hebt het heel snel geschreven omdat je gewoon weet wat je wil, dan heb je je bonus.
Maria: Precies. En bovendien zal de lezer daar ook blij van worden, als die goede boeken krijgt iedere keer, met een fantastische doorgaande verhaallijnen en alles. Waar alles gewoon klopt.
Eva: Yes. En geen gaten erin.
Maria: Geen gaten erin.
Eva: En spannend.
Maria: Precies.
Als er nou luisteraars zijn die denken van: Oké, ik ben een serie aan het schrijven en ik weet niet hoe ik moet plotten. Als ze hulp zouden willen hebben, bij wie zouden zou dan moeten zijn?
Eva: Nou, er zijn verschillende namen voor, maar ik neem aan dat je doelt op een developmental editor? Dat zijn mensen die je online kunt vinden. Goed researchen alweer, maar dat is met iedereen die je online vindt.
Maria: De Nederlandse naam voor development editor is schrijfcoach.
Eva: Schrijfcoach, dat is beter inderdaad.
Maar het varieert ook wat een schrijfcoach doet. Sommigen lezen het alleen en geven een kritiek. Anderen helpen je specifiek met bepaalde onderdelen of in een bepaald genre, want dat moet je ook altijd bekijken van… Niemand vindt alle genres leuk. En een schrijfcoach moet kan wel in twaalf genres werken, maar dan denk je toch van: Ja, misschien is het dan toch wat meer… Het is wat lastiger om een enthousiaste kritiek te geven over een cowboy story waar je zelf nooit in de buurt zou komen met een ten feet pole gewoon.
Ikzelf…. Romantiek vind ik leuk. Horror en griezelverhalen vind ik leuk, maar … Erotica… Ik weet het niet. Ik bedoel, er zijn genoeg genres waar ik niet in de buurt zou komen, dus hoe zou ik daar een goeie kritiek op kunnen geven?
Een schrijfcoach moet de specifieke… Is niet zozeer de dingen die móeten in een genre, maar dat zijn wel dingen die lezers verwachten. En een schrijfcoach die bekend is met een bepaald genre, die weet welke dingen dat zijn dus. En die kan ook precies aanwijzen in jouw manuscript van: Oh, maar hier ben je opeens met een romantisch verhaal begonnen en daar eindig je in een cowboy ranch story. Which one do you want? Wat wil je? En jij bent degene die dat op dat moment waarschijnlijk al niet meer ziet. Omdat jij gewoon, je hebt een idee in je hoofd en je hebt wat op papier en op een gegeven moment, net zoals wat we daarnet zeiden, jij kent het. Maar dat betekent niet dat je het weet. Wat er nog goed is en niet, dus, dat helpt absoluut.
Maria: Ik kan absoluut beamen dat een schrijfcoach… Zeker als je zoals ik, ik kom uit de non-fictie wereld en ik had was helemaal niet van plan om fictie te gaan schrijven. Maar ja, dan kom ik jou tegen en jij zegt: Dat kan je wel. Ik zeg: Oké. Dus daar heb ik wel hulp bij nodig.
En ik kan me nog herinneren dat…Kijk, dat gaat natuurlijk… De meeste schrijfcoaches zullen dat niet doen en wij zijn ook vrienden hè, dus dat is wat anders. Maar wij hebben samen in de bibliotheek in Groningen, omdat we een doorgaande verhaallijn moesten bedenken voor mijn verhaal. Zijn we naar de kinderafdeling van de bibliotheek gegaan, daar hebben we alle boeken… Gewoon om te brainstormen over… En dat was een fantastische ochtend om gewoon te bedenken: Wat gaat er in mij verhaal gebeuren? Kijk, dat doet, een normale schrijfcoach zou dat over het algemeen niet doen.
Eva: Nee, tenzij je een hele diepe portemonnee hebt. Maar dat was wel leuk inderdaad.
Jouw verhaal was wel apart inderdaad, omdat je uit de non-fictie kwam en het was prima non-fictie, behalve dat je fictie wou schrijven en daar moest even wat aan gedaan worden. Maar jij was de ideale klant, want jij luisterde naar wat ik te zeggen had.
Dan moet je bij een development, bij een schrijfcoach, developmental editor, gewoon ook wel goed weten wat ze doen. Vooral ook wat ze niet doen, want je betaalt er wel voor. En dat is een afweging, natuurlijk. Heb ik dat geld? Wil ik dat geld uitgeven? Je kunt het ook aan ome Henk laten lezen, maar ome Henk is niet noodzakelijk de beste, de ideale lezer voor jou. En dan je familie zegt natuurlijk altijd: Oh, schat. Dat fantastisch hoor, zo mooi. Terwijl dat eigenlijk bagger is.
Het loont wel, maar het is ook weer een afweging van: Is het het geld waard? Is het iemands die geschikt is voor mij? Dat is lastig inderdaad. En zelfs als je dat niet doet en je probeert een afstandspositie tot je eigen werk te houden van: Kan ik dit nog zien alsof ik het niet kende. Ja, op een gegeven moment wordt het toch heel lastig.
Maria: Nee op gegeven moment wil dat niet meer, klopt. Ik kan het alleen maar aanraden voor mensen, als die dat echt willen en die vastlopen. Met name als je denkt van: Ik loop vast in mijn serie of ik heb een writer’s block, whatever, ga eens kijken of je inderdaad met een schrijfcoach aan de gang kan, want vaak kunnen die toch je net even weer los…
Eva: En ik denk ook dat een goeie schrijfcoach dat die niet alleen je vertelt wat er fout is. Ik denk dat een goeie schrijfcoach heel erg kan inzoomen op grotere fouten die je overal maakt. Zelf doe ik doe ik dat ook. Ik ga niet mensen wijzen op van dat is dt, dat is verkeerd, daar moet een ander woord voor staan. Dat zoeken ze zelf maar uit.
Het gaat erom van: Als jij niet weet wat het verschil is tussen show en tell, een term, dan kan ik je dat uitleggen. En dan heb je gelijk ongeveer 50% van je manuscript. Want als je dat niet weet, dan doe je dat heel vaak verkeerd. En als ik je dan uitleg, oké zo werkt dat, dan denk jij: Oh, oké. Dus als ik dit verander en dat verander en dat verander en dat verander, dat scheelt me een hoop 100 euro, want als mijn schrijfcoach dat allemaal los had aangewezen, dan was ik wel een paar uur bezig geweest. Maar nu zie ik dat ik dat verkeerd doen. Nu hebben ze me dat uitgelegd, dus ik ga het wel proberen.
Maria: Hartstikke goed. Ja, Nou ik denk dat is erg interessant is om een serie te gaan schrijven. Ik weet, denk, dat er veel schrijvers zijn, luisteraars zijn, die series schrijven.
Eva: Ik hoop niet dat ik ze minder enthousiast gemaakt heb. Nu te zeggen dat het gewoon ingewikkeld is, maar dat is…
Maria: Nee, vast niet.
Eva: Het is een lot… It is a lot of work, maar het loont in zoveel manieren gewoon. Oh, mag ik trouwens nog wat over zeggen?
Een serie schrijven is één ding, maar een serie eindigen, is natuurlijk weer iets heel anders. Mijn serie gaat uit verschillende onderdelen bestaan en ieder onderdeel, ik ga nu alvast incalculeren dat stel je voor dat het niet werkt, dat ik het af kan ronden zonder mijn lezer teleur te stellen, maar wel dat ik in ieder geval kan anticiperen door het plotten dat als ik een einde moet veranderen, dat ik dat op tijd kan doen. Bijvoorbeeld twee of drie boeken van tevoren. Ligt eraan hoe groot je serie is, maar als je een trilogie schrijft, dan ga je van begin tot einde en dan ga je er vol in natuurlijk, want dat ga je niet op twee boeken opeens wegdoen, zelfs niet als het niet succesvol zou zijn. Dan maak je die drie erbij en dan zorg je dat het zo goed mogelijk eindigt. Maar als je een langere serie je schrijft hoe langer hoe meer je in moet bouwen, dat je misschien halverwege dingen moet veranderen.
Maria: Of gaat stoppen.
Eva: Ja, precies. Dat voor Sue Grafton, daar maakten wij daarstraks de grap van: Zij is overleden voor ze het laatste boek kon schrijven, maar nou… Niemand weet wat ze daarmee had gewild, als ze überhaupt een plan had. Wij plotten, als wij nu doodgaan, dan weet iedereen tenminste wat we wilden schrijven.
Maria: Precies. Dan gooien ze dat in ChatGPT en dan maken ze daar gewoon een boek van.
Eva: Yes, royalties voor onze begrafenis.
Maria: Ja, precies.
Eva: Oké, jokes aside, maar.
Maria: Ja, dat is inderdaad een hele goeie. Je moet ook weten hoe je een serie moet eindigen. Absoluut.
Dank je wel voor dit. Kun je nog even iets vertellen over waar mensen jou kunnen vinden?
Eva: Nja… Deze idioot heeft vorig jaar bedacht om alles te gaan rebranden. Dus website de hele heleboel en dus dat ligt… En toen gebeurden er allerlei andere dingen. Life stuff, dus dat ligt nu helemaal plat. Sorry.
Maria: Met andere woorden, je hebt geen website.
Eva: Ik heb geen website, maar mijn boeken kunnen wel gevonden worden van Canada tot Azië. Bol, Amazon, Kobo.
Maria: We hebben samen Fiction Builder! geschreven onder jouw naam Eva Kattz en Maria Staal. En je hebt Dark geschreven, dat is een horror verhaal, onder G.B. Kattz?
Eva: Ja, dat is dan mijn horror schrijversnaam.
Dus Eva Kattz en G.B. Kattz. En daar ben ik ook gewoon mee te vinden. Dus ga kijken.
Maria: Ga kijken. Precies.
Eva: En ons boek van Fiction Builder!, wat je net zei, hebben we samen geschreven. Dat was onze eerste samen project.
Maria: Ja, en dat is gelukt.
Eva: Dat is fantastisch gelukt, dus daar gaan we nog op doordoen. Dus er komt absoluut nog meer. Alleen helaas eventjes…
Maria: Niet op dit moment. Dat geeft verder ook niks.
Hartelijk dank voor dit gesprek. Het was erg interessant.
Eva: Yes, het was leuk. Graag gedaan.
Be the first to comment