De diverse wereld waarin wij leven komt niet altijd terug in de verhalen die we schrijven. Maar als we diversiteit willen toevoegen komen we er vaak achter dat dit nog een behoorlijke uitdaging is. Mariëlle S. Smith vertelt ons meer over waarom diversiteit in fictieverhalen belangrijk is en hoe wij als schrijvers onze boeken meer divers en inclusief kunnen maken.
Links:
De toolkit die Mariëlle heeft gemaakt kun je downloaden via deze link. Pagina’s 7-13 hebben de checklists waar Mariëlle het over heeft in het interview. Verder staan er op pagina’s 14-17 een aantal oefeningen die je kunt gebruiken tijdens het plotten of schrijven van je verhaal, of om te checken of je bestaande verhalen diversiteit en representatie hebben.
Meer over de Doing Diversity in Writing Podcast van Mariëlle en Bethany kun je vinden via representationmatters.art.
En Mariëlle is te vinden via mswordsmith.nl.
In het nieuws van de maand mei, de survey die de Alliance of Independent Authors heeft gehouden naar het inkomen van schrijvers die hun eigen boeken uitgeven; een study in Duitsland naar het leesgedrag van 16-29 jarigen; KDP verhoogt de prijzen voor het printen van POD boeken.
***
Mariëlle Sophia Smit is schrijver, redacteur en schrijfcoach. Voordat ze in 2019 naar Cyprus verhuisde, gaf ze les op de Universiteit van Utrecht in The Politics of Representation. Ook is Mariëlle co-host van de Doing Diversity in Writing Podcast en weet daarom alles over hoe wij als schrijvers onze boeken meer divers en inclusief kunnen maken.
Luister hier via de podcast player of via je favoriete podcast app. Hieronder staan de hoogtepunten en de volledig uitgetypte versie van het interview.
Hoogtepunten
- Wat is diversiteit en representatie in fictie precies?
- Het belang van het hebben van diversiteit en representatie in je fictieverhalen
- Hoe je dit toevoegt
- De drie valkuilen waar je op moet letten tijdens het toevoegen van diversiteit en representatie aan je verhaal
- Het gebruik van proeflezers en sensitivity readers
***
Volledig uitgetypte versie van het interview met Mariëlle
Maria: Mariëlle Sophia Smit is schrijver, redacteur en schrijfcoach. Voordat ze in 2019 naar Cyprus verhuisde, gaf ze les op de Universiteit van Utrecht in ‘The Politics of Representation’. Ook is Mariëlle co-host van de Doing Diversity in Writing Podcast en weet daarom alles over hoe wij als schrijvers onze boeken meer divers en inclusief kunnen maken. Welkom Mariëlle, leuk dat je er bent!
Mariëlle: Hi Maria, tijdje geleden.
Maria: Een tijd geleden, ja.
We gaan vandaag praten over diversiteit en hoe we dat kunnen toevoegen in ons eigen schrijven, fictie dan met name. Maar voordat we dat gaan doen, kun je in het kort even iets vertellen over jezelf en bijvoorbeeld wat je schrijft.
Mariëlle: Nou je hebt het hier al wel gezegd, ik ben schrijver, redacteur en coach.
Wat ik schrijf… Ik schrijf zowel fictie als non-fictie. Ik heb onder andere een roman series uit die ik jaren geleden samen heb geschreven met een andere auteur onder een pseudoniem.
Ik heb daarnaast handvol writing journals uit die bedoeld zijn om schrijvers zo goed mogelijk te leren, zichzelf zo goed mogelijk te leren kennen en een gewoonte van hun schrijven te maken.
En voor degene die wat meer spiritueel zijn en bijvoorbeeld in bezit zijn van een tarotset of orakelkaarten, ik heb ook een aantal boeken uit met kaartleggingen voor schrijvers en andere creatieve wezens om ze te helpen inzicht te krijgen hun creatieve processen en de uitdaging die bij het leiden van een creatief bestaan horen.
Maria: Leuk, heel divers dus eigenlijk.
Mariëlle: En daarnaast ik ben, ik werk aan twee… Ja, ik vind het altijd moeilijk om te vertalen. Contemporary Fantasy series. Hedendaags fantasy?
Maria: Ja, hedendaagse fantasy, denk ik.
Mariëlle: Dus ik werk aan twee verschillende series.
Maria: Leuk!
Dus je woont in Cyprus.
Mariëlle: Ik woon op Cyprus. Yes!
Maria: Daar is het lekker warm nu, hoor ik net.
Mariëlle: Daar is het hartstikke warm nu en ik kan me mijn airconditioning niet aanzetten, want dat gaat niet ten goede van de audiokwaliteit.
Maria: Ik zit hier in de fleece te bibberen en jij zit in je hemdje. Dus ja, zo gaat dat.
Als we het hebben over het schrijven van fictie, waar we het over gaan hebben vandaag. Wat bedoel je dan in dat geval met diversiteit en representatie?
Mariëlle: Wat bedoel ik daarmee? Als je naar de westerse canon kijkt, die is niet heel divers. En wat ik daarmee bedoel is dat de hoofdpersonages en vaak ook andere belangrijke personages in die verhalen veelal dezelfde soort karakteristieken hebben zoals: ze zijn vaak wit, ze zijn vaak van het mannelijk geslacht. Ze zijn ook vaak mannelijk in doen en laten als in er is maar één type soort mannelijkheid die we vaak terugzien. Ze zijn vaak heteroseksueel. Ze zijn vaak cisgender. Dat. Dus dat is een beetje de norm.
En waarom? Als we het dan hebben over diversiteit, representatie… Het ding is dat deze norm die we kennen eigenlijk helemaal niet een norm is in de echte wereld. We weten allemaal dat dit type personen veelal aan de macht is in de westerse wereld. Maar als we naar de cijfers kijken, dan is deze groep eigenlijk in de minderheid.
Dat een groep een meerderheidspositie heeft, politiek gezien, wil zeggen dat ze ook daadwerkelijk in de meerderheid zijn. Het zegt slechts dat deze groep op de een of andere manier in het verleden deze machtspositie heeft verkregen.
En er is… Ik heb hier bijna tien jaar de les over gegeven op de universiteit en ik vind het heel fijn – en ik ben nu… vier jaar geleden dat ik de academie vaarwel heb gezegd – en ik vind het heel fijn om te zien hoeveel er al veranderd is in die tijd.
Er is de afgelopen jaren veel meer aandacht voor. We hebben bijvoorbeeld Own Voices, dus marginale auteurs die schrijven over marginale personages. Dat is iets dat steeds meer bekender zijn. Er is veel meer vraag naar andere soorten verhalen, dus we zien zeker een verschuiving. En ik denk ook dat we, naar mijn mening in ieder geval, dat de indie publishing dat we daar… dat we die heel veel te danken hebben, omdat zelf uitgeven van boeken heeft er ook voor gezorgd dat mensen die wellicht niet zo snel een agent krijgen of een uitgever krijgen, omdat ze niet voldoen aan een standaard: Oké, welke auteurs kunnen we het meeste geld aan verdienen? Die hebben dus de mogelijkheid om zelf hun boeken uit te geven. En ik denk dat daardoor ook veel meer verschillende soorten verhalen tegenwoordig beschikbaar zijn.
Maria: Dat denk ik zeker. Ja, absoluut.
Mariëlle: Maar ik denk wel dat ondanks dat we die verschuiving zien, het een feit blijft dat we nog een hele hoop in te halen hebben. Willen we dat die representatie in fictie, zodat de personages die al die fictieve werelden die we maken, bewonen, dat we die gelijk kunnen trekken met de daadwerkelijke mensen die de aardbol bewandelen. Ik denk dat daar nog een heel groot verschil zit.
En ik noem dit al even… Het helpt echt niet dat schrijvers die dus aan deze norm voldoen – wit, man, mannelijke in hun doen en laten, heteroseksueel et cetera – dat deze dus nog steeds eerder uitgegeven worden in de traditionele uitgeverswereld en dat zij ook vaak veel grotere voorschotten krijgen.
Maria: Ja, inderdaad.
Mariëlle: Dat is zeker één van de aspecten die deze ongelijke representatie in stand houdt.
Dus het is op verschillende manieren dat we nog aan gelijkheid moeten werken, binnen de wereld van fictie. Maar één van de waar we vandaag over gaan hebben is van hoe kunnen we dat dan doen als schrijvers? Hoe kunnen we het in onze boeken anders doen?
Maria: Precies.
En je hebt er denk ik ook wel een beetje over gehad waarom het belangrijk is om de diversiteit en de representatie te hebben in die fictie verhalen.
Want dat is dus omdat… De wereld zoals hij nu is, is divers. Maar de boeken die uitkomen zijn dat vaak niet. Dus dit is een verkeerd beeld wat men schept.
Mariëlle: Ja, de boeken zijn minder… Ondanks dat er nu dus die verschuiving is, zijn de boeken nog steeds minder divers. Dus er zijn meerdere redenen waarom ik dit belangrijk vind.
Een van de redenen is dat lezers zijn veel diverser dan we misschien denken. En jezelf nooit tegenkomen in een verhaal of jezelf nooit positief tegenkomen in een verhaal, dat kan echt desastreuze gevolgen hebben. En mensen die lachen daar soms een beetje om. Maar ik heb een paar jaar geleden met twee andere redacteurs een anthologie samengesteld met verhalen van, over en voor transgender, non-binaire en genderqueer personen.
En in de introductie vertelde een van die andere redacteurs over het moment waarop ze voor het eerst een positief voorbeeld van een transpersonage tegenkwamen in een boek wat ze aan het lezen waren. En op dat moment ging het niet goed met haar. En ik denk dat we allemaal wel weten hoe hoog het percentage zelfmoord is onder transpersonen. Maar dit boek gaf haar zoveel hoop en het was echt een soort turning point.
Dus het is herkenning, maar ook erkenning. Dat je er dus mag zijn. En dat kan zo ontzettend veel doen en dat is één van de redenen waarom reprenstatie, niet alleen representatie, maar góede representatie zo belangrijk is.
Er is nog iets anders natuurlijk, en dat vind ik persoonlijk… Dat is voor mij heel belangrijk geweest. Terwijl ik zelf opgroeide is dat door te lezen, ik weet niet hoe dat voor jou is, maar mijn… Ik las als kind ontzettend veel en daardoor was mijn… Dat heeft echt mijn horizon wel verbreed.
Maria: Ja, absoluut.
Mariëlle: En het is ik denk dat… Mensen zijn relatief eenkennig, dus dit doet zeker dit… Dit is afhankelijk van je, van je opvoeding en je leefmilieu. Maar, ik ben opgegroeid in een relatief homogene omgeving en als ik niet toegang had gehad tot boeken met andere personages, dan had mij dat zo’n eenzijdig manier gegeven van hoe ik de wereld kan zien. En ik geloof zeker dat dat ons vormt.
Het vormt ons beeld van hoe bepaalde dynamieken zijn in de werelden. Hoe ze zouden moeten zijn. Wat normaal is. Wat niet normaal is. Wat we kunnen verwachten van bepaalde mensen. Zeker als we constant negatieve verhalen lezen over bepaalde personages, hoe kan je dan… Het is helemaal niet gek als je dan in de echte wereld dezelfde verwachtingen heb rondom bepaalde personen.
Maria: Precies. Absoluut.
Mariëlle: Daarom vind ik het een heel belangrijk onderwerp, omdat… Fictie is… fictie geeft ons een deur naar een andere wereld. Of we het nou over hedendaagse fictie hebben of Fantasy of wat dan ook, het laat ons altijd iets zien wat we nog niet kennen. Of het heeft die mogelijkheid om ons iets te laten zien wat we nog niet kennen.
Maria: En ook hoe het zou kunnen zijn.
Mariëlle: Vooral dat. Hoe het zou kunnen zijn als een alternatief. Ik weet niet of… Heb je de serie Bridgerton gezien?
Maria: Nee, die heb ik niet gezien. Ik heb wel er iets van gehoord via jullie podcast, maar…
Mariëlle: De reden waarom die in de podcast vaak naar voren is gekomen is omdat Bridgerton een heel goed voorbeeld is van te laten zien hoe het had kunnen zijn. En in dit geval hoe het had kunnen zijn als iemand opeens had gezegd: Weet je wat? Dat we mensen van kleur anders behandelen dan witte mensen, da’s niet goed. Dus hoe zou het zijn als we daar op een gegeven moment, als we daar waren mee opgehouden. Waar hadden we dan geweest als maatschappij?
Ik vind dat heel interessant, maar ik hou van zowel realistisch zijn. Dus erkennen dat er dingen in de geschiedenis zijn gebeurd, maar tegelijkertijd is het heel mooi om te laten zien: Kijk eens hoe normaal het had geweest. Ik vind het heel fijn om personages die er historisch gezien misschien niet in bepaalde rollen hadden gezeten, dat we die wel zien in bepaalde rollen. Want dan word het genormaliseerd.
Maria: Precies. Sinds ik heb geluisterd naar jullie podcast en je het hebt over Bridgerton, had ik zoiets van: Daar moet ik toch maar eens naar gaan kijken, denk ik. Dus dat had ik nog niet gedaan. Maar ik ben er nu wel in geïnteresseerd geraakt. Zeker.
Mariëlle: Ja, het is er vooral het eerste seizoen is daar… Nou, trouwens nee, allebei de seizoenen.
Maria: Ik houd je op de hoogte wat dat betreft.
Mariëlle: Van je Bridgerton avontuur.
Maria: Precies.
Als je dat dan wil. Stel je hebt, je bent een schrijver en je wil diversiteit en representatie gaan toevoegen in je verhaal omdat het belangrijk is. Hoe doe je dat?
Mariëlle: Dat is een hele goeie en een hele belangrijke vraag.
Ik had het net al over het belang van góede representatie. Want je hebt representatie en je hebt goede representatie. Het is één ding om verschillende soorten personages – en dan bedoel ik personages met een andere etniciteit of andere komaf of klasse, seksualiteit, religie, mentaal of lichamelijk uitdagingen, de lijst is echt… je kan eindeloos doorgaan – om die in je verhaal toe te voegen maar het is iets heel anders om dat op zo’n manier te doen dat je niet problematische stereotyperingen herhaalt en zo dus kracht bijzet.
Dus wie we toevoegen aan onze fictieve werelden, dat is een hele belangrijke vraag die we onszelf moeten stellen. Wie zijn er wel aanwezig en wie zijn er niet aanwezig. Als we bijvoorbeeld naar ons boek wat we nu schrijven zijn kijken. Oké, wie zijn er aanwezig gemaakt en wie heb ik niet aanwezig gemaakt. En daarnaast is het ook belangrijk dat we stilstaan hoeveel van welk personage aanwezig zijn.
Dus niet alleen… Heb ik zowel mannen als vrouwen, maar hoeveel mannen en hoeveel vrouwen. En wie van hen zijn wit en wie zijn niet wit en cisgender. Heb ik ook transgender karakters? Wie zijn er heteroseksueel in dit verhaal en wie niet? Dus het gaat heel erg om de kwantiteit. Wie zijn er aanwezig en hoeveel zijn daarvan?
Daar houdt het ook vaak op. Dat is wat we vaak zien, van: Ze worden erin gezet en daar houdt het dan een beetje op. Maar het is heel belangrijk dat we – als we deze vragen beantwoord hebben voor onszelf – dat we doorgaan naar de volgende stap.
Hoe hebben we deze personages, dus de personages die dus wel aanwezig zijn in ons verhaal, hoe hebben we deze neergezet? En dat betekent dat we moeten vragen wat voor rol hebben ze binnen het verhaal. Hebben ze een belangrijke rol? Hebben ze een secundaire rol? Tertiair? Zijn het echt alleen maar bijpersonen? Hoeveel ruimte krijgen deze karakters om daadwerkelijk driedimensionaal te zijn en te groeien binnen het verhaal? Welke stereotypen bestaan er over deze personages en heb ik ervoor gezorgd deze te doorbreken of in ieder geval niet te bekrachtigen?
Om een paar voorbeelden te noemen. Als al je vrouwelijke personages in je verhaal, als ze allemaal overgevoelig en zwak zijn en gered moeten worden door rationele, sterke mannen. En als al je homoseksuele, mannelijke personages ontzettend flamboyant zijn, terwijl al je lesbische personages kort haar hebben en onwijs stoer zijn. En als al je mannelijk personages van kleur agressief en intimiderend zijn, terwijl alle Aziatische vrouwen in je werk onderdanig zijn. Ja, dan heb je inderdaad diverse personages aan je verhaal toegevoegd, maar zulke representaties doen uiteindelijk meer kwaad dan goed. Omdat ze dat bevestigen wat problematisch is.
Maria: Het stereotype vergroten, zeg maar.
Mariëlle: Ja.
Dus het zijn twee stappen die je moet doen. Eerst de kwantiteit en dan de kwaliteit.
Maria: Ik weet niet of ik dat hier kan zeggen, maar ik heb een televisieserie gezien… Ik weet niet of je het kent, The Chelsea Detective. Dat is van de BBC volgens mij.
Mariëlle: Nee, ken ik niet.
Maria: Volgens mij was het vorig jaar. Dat is dus een detectiveverhaal en daar is een soort van… Ja, hoe noem je zoiets? Iemand die dus de crime scene onderzoekt. Crime scene persoon. En het is echt de allereerste scène in de allereerste aflevering… Er is een crime scene, er is een moord gepleegd en de detective komt aanlopen en er staat iemand, die staat die crime scene te onderzoeken. En dat is gewoon een vrouw en die staat te onderzoeken, in zo’n wit pak, weet je wel.
En hij loopt op haar af. Dus je denkt gewoon van: Oké, dit is de onderzoeker, geen probleem. En wat hij doet op het moment dat hij bij haar komt, hij tikt haar op de schouder. En ze draait zich om. En op moment dat ze begint te praten weet je als kijker, ze is doof. En blijkbaar moet zij dus liplezen, omdat… Hij tikt haar op schouder, want zij had hem niet aan horen komen.
En voor de rest, dat is het. Voor de rest wordt daar verder niets, niks mee gedaan. Ze is gewoon een belangrijke personage die… Later doet ze ook de autopsie en dat soort dingen en toevallig is ze doof. Maar er wordt verder nooit over gepraat. Het is gewoon feit en ik denk van: Volgens mij is dat een goeie manier van representatie, dacht ik.
Mariëlle: Ja, en daar gaan we het vast over hebben, maar dat is inderdaad… Dit is een karakter die niet is toegevoegd omdat er iemand in het verhaal moest zijn die een lichamelijke beperking of uitdaging heeft. Het verhaal, haar verhaal gaat niet over haar doof zijn, dus haar arc, haar character arc in het verhaal gaat niet over haar doof zijn.
Maria: Nee.
Mariëlle: Zij is gewoon… Zij heeft haar hele leven. Zij is daar, voegt iets toe in het verhaal. En ja, ze is toevallig ook doof.
Maria: Ja, precies, dat is het.
Mariëlle: Ja, en dat is eigenlijk de wereld waar ik naartoe wil. Dat je hele subtiele… Mensen zijn in een rol voor andere redenen dan wat misschien het meest opvalt aan ze of waarin ze het meest quote unquote afwijken van de norm.
Dus hier hebben we iemand… Ze is een vrouw, wat al heel fijn is, want het is een belangrijke rol, een onderzoekende rol. Het is een rol met autoriteit.
Maria: Wetenschappelijk.
Mariëlle: Dus als ik autoriteit zeg hè… Zij is degene die het lichaam onderzoekt. Dus de detectives en dergelijke die luisteren naar haar. Zij bepaalde dit is gebeurd, dit is niet gebeurd. En als dat niet ondermijnd wordt, want je hebt natuurlijk ook verhalen waarin dat dan heel erg ondermijnd wordt en dat brengt weer een heel andere representatie naar voren.
En inderdaad, ze is toevallig… Toevallig is ze doof. En dat is een hele subtiele manier van laten zien: Oh, kijk. Er zijn andere soorten mensen, zonder de nadruk te leggen op het feit dat dit is wat haar anders maakt.
Maria: Ja, precies.
Mariëlle: Oh, dat vind ik heel goed. Dat lijkt me een heel goed voorbeeld.
Maria: Ik weet niet of je de vraag over hoe je diversiteit toevoegt. Heb je die beantwoord?
Mariëlle: Ja, naar mijn weten wel. Maar we hadden al afgesproken dat ik de link zou geven naar de toolkit die wij gebruiken in de podcast.
En hoe je deze twee stappen van representatie doet, dat is een van de checklists in de toolkit. Ik heb hier een paar voorbeeldvragen gedaan, maar dat is natuurlijk veel uitgebreider. Dus de checklist is veel uitgebreider en dan kan je echt aftikken: Oké, wat heb ik wel? Wat heb ik niet? Wat heb ik? Hoeveel? Hoe moet ik dat dan…? Wanneer ga ik dat dan optellen? En zijn er dan hoofdpersonages, secundair en hoe heb ik dat? Hebben ze één karakteristiek gelijk of in hoeverre wijken ze af van de norm.
Dat een hele checklist maar we hebben inderdaad al afgesproken dat ik die zou meegeven aan de luisteraars.
Maria: Ja, dat is wel handig. Die zet ik dan echt gewoon in de show notes. Dan kunnen mensen dan gewoon klikken en dan…
Mariëlle: Maar het belangrijkste is inderdaad die twee stappen.
Eerst de kwantiteit. Heb ik ze daadwerkelijk toegevoegd? Heb ik ze aanwezig gemaakt? En dan, hóe heb ik ze aanwezig gemaakt? En zoals ik al zei, dat is té vaak nog een stap die wordt overgeslagen.
Maria: Dus zou je kunnen zeggen dat dat een van de valkuilen is die er is rondom het toevoegen van diversiteit en representatie?
Mariëlle: Ja, dat je inderdaad… Dat brengt me eigenlijk naar bij… In de podcast noemen we de drie grootste valkuilen en een daarvan is het tokenisme. En die stap overslaan, dat doet me eigenlijk het meest aan tokenisme denken. Waarin je… uhm… Weet je wat tokenisme is?
Maria: Ik weet niet of het luisteraars…. Ik weet het ondertussen wel want ik heb geluisterd naar jullie podcast, maar ik weet niet of de luisteraars weten wat tokenisme is. Misschien dat je dat even kunt uitleggen?
Mariëlle: Tokenisme is dat je inclusief probeert te zijn, om het inclusief te willen zijn.
Dus bijvoorbeeld als je bijvoorbeeld naar bedrijven kijkt. Tokenisme kan zijn: Ik moet aan bepaalde quota voldoen, dus ik kies lukraak, neem ik maar die en die persoon aan, want ik moet laten zien aan de buitenwereld dat ik inderdaad diversiteit belangrijk vind en dat ik openminded ben daarin. Maar daarbinnen doe je zeer weinig om daadwerkelijk de dynamiek te veranderen. Dus je voegt mensen toe omdat je moet.
En het wordt ook vaak een soort… Het wordt vaak een symbolische poging. Een symbolische poging om meer inclusief te zijn. Ze worden niet bijvoorbeeld aan een team, als we het nog over een bedrijf hebben, aan een team toegevoegd, omdat er wordt gedacht van: Nou, zij hebben echt iets toe te voegen aan het team. Mensen willen ook niet echt bijdragen aan dus een betere veranderende cultuur waarin diversiteit normaler is. Kan ze ook vaak niet heel veel schelen hoe hun daadwerkelijke levens eruit zien, doordat ze bepaalde andere identiteitskenmerken hebben. Het gaat echt alleen maar van: Oh, ik moet zoveel vrouwen hebben, ik moet zo veel migranten hebben. Laten we er dan maar een paar toevoegen. En wat we dan vaak zien is dat ze dus ook niet veel te zeggen hebben.
Een ander voorbeeld van tokenisme is als je mensen hebt met bijvoorbeeld een praatprogramma en er wordt iemand uitgenodigd, omdat ze een bepaalde groep kunnen representeren. En ze worden ook alleen maar uitgenodigd om het dus over een bepaald onderwerp te hebben. Dus bijvoorbeeld, stel je voor, en dit is echt gebeurd met een Nederlands Marokkaanse programmamaker, dat die op een gegeven moment nee ging zeggen als bijvoorbeeld, hoe heet hij, Pauw hem uit wilde nodigen. Want er was ergens iets met IS gebeurd. Omdat hij zoiets had van: Jij nodigt mij alleen maar uit als er iets gebeurt in de wereld wat met moslims te maken heeft. Maar je nodigt mij nou nooit uit om over mijn nieuwe programma te praten.
Dat is ook tokenisme. Dus je wordt uitgenodigd aan de tafel en dan mag je het hebben over wat je bent. Want we moeten dat perspectief hebben, maar je wordt niet uitgenodigd om mee te praten over alle andere dingen, waar je natuurlijk ook dingen over te zeggen hebt. Het bent niet alleen maar dat ene kenmerk.
Maria: Nee.
Dus dat is een valkuil. Tokenisme is een valkuil waar je om moet denken dat je daar niet aan toevoegt, zeg maar.
Mariëlle: Ja, want dat het risico van tokenisme is dus dat je hele één dimensionale personages krijgt. Ze mogen er alleen maar zijn om wat ze zijn, of wat jij vindt dat hun belangrijkste kenmerk is. Dus een vrouw mag er zijn omdat je een vrouw moet toevoegen in het verhaal, dus ze mag het over vrouwelijke dingen hebben. Een moslim mag er zijn om het over moslimdingen hebben, maar ze hebben geen andere interesses. Ze zijn niet veel meer dan dat label.
En wat we ook vaak zien is dat deze mensen tot sidekicks worden gemaakt. Dus bijvoorbeeld, ik denk dan aan de the gay sidekick of the black best friend. Dat zijn echt van die tropes in fictie verhalen. Dat is ook een gevaar. Dat we ze alleen maar toevoegen. Ze hebben dus geen eigen personage-arc, ze mogen niet ontwikkelen. Ze zijn er echt alleen maar om te laten zien dat er diversiteit bestaat.
Maria: Precies. En dat de schrijver het heeft toegevoegd.
Mariëlle: Ja, dus eigenlijk een soort schouderklopje, zeg maar. Zie mij eens inclusief en…
Maria: En zou het kunnen dat lezers, als die dat lezen, dat die dan het gevoel krijgen dat het nep is, of dat er niet goed is omgesprongen met diversiteit? Denk je dat lezers dat doorhebben, of is er nog een… Hebben lezers dat nog niet zo door? Of hoe moet ik dat zien?
Mariëlle: Het ligt er natuurlijk aan hoe reflectief lezers zijn, terwijl ze aan het lezen zijn. Ik kan iets niet lezen zonder over deze dingen na te denken, helaas. Want dat is nou eenmaal de…
Maria: Dat is jouw ding.
Mariëlle: Ja, dat is nu eenmaal de academische bagage die ik heb. Maar ik kan me voorstellen dat mensen die hier overheen lezen.
Maar ik kan me ook goed voorstellen dat je denkt goh, van: Waarom is dit karakter hier? Waarom is dit relevant? Ze hadden ook bijvoorbeeld – en dit is ook voor mij tokenisme, als het karakter elk ander karakter had kunnen zijn met een ander labeltje. Dan weet je dat het karakter er niet is als een volledig personage, maar alleen maar om een soort… Dat je de box kan tikken, van: O ja, ik heb die ook.
Maria: Ja, precies.
En je had het nog over twee andere valkuilen die je hebt.
Mariëlle: Ja, een daarvan is essentialisme zien we heel vaak. Ik neem aan dat jij ondertussen ook weet wat essentialisme betekent?
Maria: Essentialisme? Dat weet ik niet.
Mariëlle: Essentialisme is wanneer we bepaalde menselijke kenmerken behandelen als essentiële inherente onderdelen van een persoon. En dit zijn vaak aangeleerde kenmerken. Maar we zien nog steeds heel vaak dat mensen denken dat deze kenmerken natuurlijk zijn of aangeboren. Het zit in ons DNA, het is onderdeel van onze… Het zit nou eenmaal in ons bloed.
We hebben ondertussen al lang bewezen dat heel veel menselijke kenmerken nurture is en niet nature, dus ze zijn cultureel. Je kan niet ons DNA uit elkaar halen en zeggen: Oh, je bent dit om dit. Maar in de maatschappij zien we nog heel vaak dat dit soort verwachtingen er zijn rondom bepaalde mensen en dit kan ook leiden tot stereotyperingen.
Dus essentialisme is dat je mensen reduceert tot wat wij denken dat biologische kenmerken zijn. Of dat nou wel of niet daadwerkelijk biologische kenmerken zijn.
Maria: Precies.
Mariëlle: Dus dat is bijvoorbeeld als alle vrouwen in ons werk, ik heb al zwakke vrouwen genoemd, maar bijvoorbeeld dat in alle verhalen de vrouwen de betere zorgdrager zijn. Dat mannen niet kunnen zorgen. Dat is iets, daar is niks biologisch aan, dat is aangeleerd. Dat mensen van kleur altijd te laat zijn. Dat is ook niet iets wat je terug kan vinden in hun DNA. Dat is een cultureel… Het is ook niet waar, natuurlijk.
Dus essentialisme is ook het over één kam scheren van iedereen. Dus jij bent dit, dus je zal dan wel dat. Je hebt mensen uit Azië, die zijn goed met computers. In Hollywood zie je dat nog steeds zo vaak, dat dan de whizzkid is een of andere Aziatische nerd, die nog nooit sex heeft gehad. Zo’n type, weet je wel? Ik vind het al heel verfrissend als er dan dus inderdaad een Aziatisch karakter is die niks met computers heeft. Dan denk ik: heerlijk. Of die niet goed zijn in… die niet hun huiswerk maken en niet een soort one track naar Harvard zitten zeg maar. Heerlijk vind ik dat.
Maria: Een Aziatisch karakter die loodgieter wordt of zoiets.
Mariëlle: Ja, dat inderdaad. Dat doorbreekt namelijk die culturele stereotypes die wij hebben. Dus dat is essentialisme, dat we inderdaad denken: dit is onderdeel van deze groep mensen. En dat betekent dat ieder persoon in die groep dat heeft.
Ik had het ook al over homoseksuele mannen die als flamboyant worden gezien. Dat is ook niet…
En dit is niet iets… Ik weet nog dat ik hier voor het eerst over ben gaan schrijven, lang geleden nog op mijn blog. En een lesbische auteur die ik ken, die gaf toen toe van: Oh, weet je wat, het is heel erg, maar ik ben zelf van de LGBTQ en ik lees jouw stuk en het boek waar ik mee bezig ben, Ja, die man is inderdaad… Ik heb er niet over nagedacht, maar dat is inderdaad een hele flamboyante homo, maar ik heb daar geen reden voor gegeven. Hij is flamboyant, want hij is homo. En hij mag best flamboyant zijn, maar geef daar een beetje een andere reden voor. Geef iemand die altijd te laat komt daar een reden voor. Als een vrouw wil zorgen geeft daar een reden voor. En essentialisme, dat zorgt dus vaak voor die stereotyperingen.
En dan wil je die andere horen.
Maria: Ja, de derde.
Mariëlle: Dit is een lastige. Ik heb hier dus geen Nederlandse term voor. Ik had hier eigenlijk – en dit is iets wat ik zelf eigenlijk, iets wat ik dóór het lesgeven hierover – op een gegeven moment zelf… Ik ben dit ook nooit ergens tegengekomen in een textbook, maar het viel mij zelf constant op. Des te vaker ik les gaf over het onderwerp, dacht ik: er is nog wat.
Ik heb het zelf een tijdje exclusieve inclusiviteit genoemd. Maar Bethany, mijn co-host van de Doing Diversity in Writing Podcast, zij kwam met de term affirmative myopia, dus dat is een soort affirmatieve bijziendheid. Als in dat we oogkleppen op gaat krijgen.
En wat dat is, is dat – en dit komt gelukkig niet heel vaak voor, maar ik zie het wel heel erg, en ik vind het altijd heel problematisch – is dat wanneer we besloten hebben: we willen een bepaalde groep op een positieve manier representeren. En dat we dat dan doen door een andere groep personages op een negatieve manier neer te zetten.
Dus de positieve representatie van één groep of één personage gaat dan ten koste van een andere groep. En dit kan voor mij twee dingen betekenen.
Dit kan inderdaad betekenen dat door dus een bepaalde minderheid op een betere manier te willen presenteren, creëren we dus een negatievere representatie van een andere groep. Of doen we daar dus de stereotyperingen die rondom die groep bestaan, die bekrachtigen we. Of we geven een platform aan één minderheid, terwijl we andere minderheid uitsluiten.
En dat is bijvoorbeeld, die laatste – ik heb altijd heel veel politieke voorbeelden – ik moet dan daar een beetje denken aan hoe binnen de gay-community er heel veel mensen zijn die antitrans zijn. Je zou denken: Goh, we zijn allemaal slachtoffer van dezelfde machtsdynamieken en structuren. Dus in theorie hebben we een common enemy, maar dan binnen de groep wordt er dan gezegd: Ja maar, jullie niet. Dus dat is voor mij een heel duidelijk voorbeeld.
En je ziet dat bijvoorbeeld terug in de film Stonewall.
Maria: Ik ken die film zelf niet, maar…
Mariëlle: Dat gaat dus over de Stonewall Riots.
Maria: O ja.
Mariëlle: En het verhaal gaat… Het mooiste is dat niemand echt kan achterhalen of er ooit die eerste steen gegooid is, dus die baksteen, of die wel of niet gegooid is, of dat dat gewoon een urban myth is geworden. Maar het verhaal, de twee personen die gezegd worden de steen gegooid te kunnen hebben, dat zijn dus twee transvrouwen van kleur. Maar in de film… De film volgt een wit cisgender homoseksuele man. Die dan uit een soort dorp komt en dan in die wereld wordt opgezogen. En dat komt natuurlijk op een gegeven moment komt dat, dan breekt de pleuris los en dan wordt dus die steen gegooid. Wie gooit die steen? Die witte cisgender man. Dus voor mij, dat is affirmative myopia.
Je wil iets laten zien aan de wereld… Je wilt het de wereld laten zien: Oké, dit is er toen gebeurd en je sluit daarbij dus bepaalde stemmen, die ontzettend belangrijk waren binnen de daadwerkelijke beweging, die sluit je buiten. Je wil dus inderdaad laten zien, je wil de gay community op een bepaalde manier representeren, maar de gemarginaliseerde binnen de gay community, die worden buitengesloten.
En dat is een voorbeeld. Dat is voor mij een voorbeeld van.
Maria: Voorbeeld van een valkuil.
Mariëlle: Ja, van een valkuil. Dat je zo je best doet om… De intentie is vaak heel goed. Wat het ook moeilijk maakt. Maar als je dus zoiets wil doen, als je echt denkt van: Goh, ik wil een verhaal vertellen over dit. Kijk dan heel even achterom. Wie ben ik aan het uitsluiten door dit te doen?
Maria: Ja. Ik had een reactie gekregen, want ik had iets geplaatst op Instagram over het interview wat ik zou gaan doen met jou. En iemand zei van: Ja, ik wil best wel heel graag diversiteit gaan toevoegen in mijn verhalen, maar ik vind het heel erg lastig om dat te doen
En door dit te luisteren, al die valkuilen, komt er ook gewoon heel veel bij kijken. Het is ook best wel lastig, denk ik.
Mariëlle: Ja. En jij zegt lastig. In de podcast gebruiken wij de term scary.
Maria: Of uitdaging is misschien een beter woord. Uitdaging.
Mariëlle: Het is eng en het is lastig. En ik denk dat het ook is omdat we inzien dat het belangrijk is. Dus er is… Ik weet even het Nederlandse woord daar niet voor, maar there is a lot at stake. Want als je het fout doet, kan dat dus inderdaad gevolgen hebben.
En één reden hiervoor is dat, omdat er van sommige groepen niet genoeg representaties zijn, wordt iedere representatie vaak gezien als representatief voor de hele groep.
Maria: Het wordt uitvergroot als het ware.
Mariëlle: Het wordt uitvergroot. Want er zijn bijvoorbeeld… Er zijn zoveel witte, heteroseksuele, cisgender mannen geschreven in de wereld, dat als jij iemand toevoegt, dan denkt niemand: Nou, dat moet dan voor alle witte, heteroseksuele, cisgender mannen gelden. Er is niemand die dat denkt. Want er zijn zoveel representaties. Dus dan is elke witte, heteroseksuele, cisgender, mannelijke representatie mag een individu zijn. Maar als er maar een handvol representaties zijn, dan ga je automatisch denken: Oh, nou, dat moet dan wel voor deze hele groep gelden.
Wat overigens een andere reden is waarom het zo belangrijk is nu representatie recht te trekken. Want we willen naar het moment dat, dat dove karakter wat jij noemde, niet meer staat voor de dove gemeenschap.
Maria: Nee precies, maar gewoon voor zichzelf.
Mariëlle: Ja, en als er een vrouw op een beeldscherm of in een boek verschijnt met een hoofddoek om, dan willen we niet denken: Nou oh, moslima’s zijn dus zo. Dít individuele moslim karakter is zo.
Dus ja, er komt inderdaad een hele hoop bij kijken. En zoals ik al zei: they stakes are high. Want kijk… Mensen die dit niet belangrijk vinden, die luisteren niet onze podcast, die gaan ook niet meer representaties toevoegen. Prima, niet ons publiek. Maar de mensen die dit belangrijk vinden, die willen het ook graag goed doen.
Maria: Precies.
Mariëlle: En dan komt er druk op te staan. En dit is een van de redenen waarom we in die toolkit die ik dus wil delen, daar hebben we de Calm de fuck down.
Maria: Calm de fuck down?
Mariëlle: Calm the fuck down checklist toegevoegd, omdat het risico altijd bestaat…
Ten eerste kan je het nooit 100 procent goed doen. Want als jij een bepaald karakter schrijft, niemand in een groep is hetzelfde. Elke groep bestaat weer uit individuen. Dus als ik een lesbisch karakter schrijf, dan zijn er lesbiennes die dat fantastisch vinden en zich daar helemaal in herkennen. En er zullen veel meer lesbiennes zijn die zeggen: Nee, dat ben ik niet.
Nee, dat klopt, want het is een individu. Jullie zijn ook allemaal individuen, maar dat wil niet zeggen dat we niet het karakter goed hebben neergezet, dat we niet bepaalde stereotyperingen uit de weg zijn gegaan. Het wil alleen maar zeggen dat er diversiteit binnen diverse groepen zijn.
Maria: Ja, tuurlijk.
Mariëlle: De checklist is onder andere om mocht iemand commentaar hebben op jouw karakter dat je niet gelijk gaat denken van: Oh, nou moet ik mijn boek veranderen, of moet mijn boek van het internet afhalen.
Nee. Eerst kijken wat heb ik nou daadwerkelijk gedaan. Kan dit te maken hebben met het feit dat… Heb ik iets over het hoofd gezien? Of is het inderdaad één persoon uit die groep die zegt: ik vind dit niks. Als dat zo is, vraag eens wat andere mensen uit diezelfde groep wat zij zeggen. Zeggen ze allemaal: Nee, dit is problematisch. Dan is het misschien tijd, maar dat is onderaan de checklist, dan is het misschien tijd om te kijken: Oké, kan ik die representatie bijschaven? Dat is het mooie van zelf uitgeven. Sommige dingen zijn heel makkelijk te fixen en dan upload je gewoon een nieuw manuscript en niemand weet beter.
Maria: Precies.
Mariëlle: Dus het is inderdaad… Het is lastig omdat er dus heel veel bij komt kijken.
Maria: Ja, maar het is zeker niet onmogelijk.
Mariëlle: Het is zeker… En dit is een ding. Je hoeft ook niet gelijk BAM te beginnen. Je hoeft niet gelijk een heel scala aan karakters toe te voegen. Diversiteit is heel breed.
Als jij naar je werk kijkt en je komt erachter dat jouw meeste karakters, dus jouw primaire en secundaire karakters, dat die allemaal… Stel je voor je schrijft witte vrouwen met een universiteitsachtergrond, middenklasse en ze komen allemaal uit… Noem eens wat… uit de kleine dorpen. Dan kan je al… dan is diversiteit toevoegen…
De eerste stap kan zijn laat ik eens iemand van een andere klasse toevoegen. Of als alle vrouwen heteroseksueel zijn, laat ik eens een lesbisch stel toevoegen aan mijn verhaal of een biseksuele vrouw. Als ze allemaal wit zijn, misschien kan je één karakter ouders geven, de ene Nederlandse moeder een moslim vader of een Antilliaanse vader, iets leuks. Zelfs ik heb een Schotse vader, dus zelfs ik ben niet helemaal Nederlands en ik ben nog steeds wit en westers. Maar het geeft me wel een andere achtergrond.
Dus we hoeven niet gelijk te denken… We hoeven niet gelijk heel groot te maken. Daarom vinden we het zo belangrijk… Ik vind het belangrijk, maar daar hebben we het ook in de podcast regelmatig over gehad. Kijk eerst naar wat je doet in je werk en ga dan kijken wat nou voor jou logisch is.
Want je had het ook over iemand die zei… Iemand had opmerking gegeven over ik heb niet zo heel veel diversiteit in mijn omgeving, dus waarom zou ik diversiteit? Maar dat is als je naar diversiteit, naar de grote vier kijkt. Met etniciteit, seksualiteit, gender en religie vaak.
Maar diversiteit is ook… Stel je voor je schrijver YA boeken. Eén van jouw tieners heeft gelukkig getrouwde ouders, de andere komt uit gescheiden ouders, een ander heeft beide ouders verloren, een andere heeft een ouder met een mentale of fysieke beperking. Een ander heeft misschien twee mannen als ouders, de ander is misschien geadopteerd. Dan heb je dus al ik weet niet hoeveel, maar zes of zeven personages die dus divers zijn. Ze kunnen allemaal wit zijn…
Maria: Ze kunnen allemaal wit, maar je kunt aan de buitenkant kun je niet zien dat ze die diversiteit hebben als je ze in een groepje ziet staan.
Mariëlle: Ja, en diversiteit gaat dus veel verder dan wat je aan de buitenkant kan zien.
Maria: Precies. Dus het is het feit dat jij in jouw stad of in jouw dorp die diversiteit misschien niet kunt zien, wil niet zeggen dat het er niet is.
Mariëlle: Nee. We moeten ook een beetje dat loslaten. Inderdaad, als jij schrijft Small Town Romance. Kleine steden zijn vaak minder divers, etnisch gezien dan… Kijk, als jij een boek schrijft in Amsterdam en je hebt alleen maar witte mensen, die allemaal vloeiend Nederlands spreken. Er wonen te veel internationale mensen in Amsterdam om dat realistisch te maken. Maar als jij inderdaad in jouw kleine dorp, als je daar etnisch heel homogeen bent, dat is oké. Maar niet iedereen… Er zijn mensen die gescheiden zijn. Er zijn mensen die wel naar de kerk gaan. Er zijn mensen, niet naar de kerk gaan.
Maria: Hoogopgeleid, laagopgeleid.
Mariëlle: Juist, inderdaad. De ene heeft bijvoorbeeld misschien thuis wel last van huiselijk geweld. De ene spreekt misschien nooit meer met haar ouders of heeft een broer of zus verloren. Je kan echt… Twee mensen kunnen dezelfde baan hebben, maar de ene haat de baan, de andere vindt de baan fantastisch.
Je kan zoveel diversiteit al toevoegen zonder gelijk in grote dingen te denken van: Ja, hallo, nou moet ik opeens een moslim toevoegen aan mijn verhaal. Nee, het is ook belangrijk om inderdaad… want dan kan het dus ook vaak nep lijken. Als je inderdaad een setting hebt waarvan je denkt: Wow, waar komen al die mensen vandaan? Dat voelt niet authentiek.
Maria: Nee, precies.
Mariëlle: Maar dan moet je dus inderdaad niet vergeten dat diversiteit zoveel meer is.
Maria: Dan alleen die vier grote dingen die je net noemt.
Mariëlle: Diversiteit kan al zijn als jij verhuist naar een bepaald dorp waar ze een bepaalt dialect spreken – en jij staat ondanks dat je compleet overeenkomt, alle karakters komen compleet overeen met iedereen die daar woont – maar je klinkt anders. Dan ben je dus al een buitenstaander. Dus dat wijkt alweer af. En jouw kinderen die dan opgroeien, die wijken alweer minder af. Dat brengt allerlei verschillende dynamieken mee. Je kan daar zoveel mee spelen.
Maria: Ja, dat is het fascineerde van fictie schrijven, denk ik.
Mariëlle: Ja. Dus dat is denk ik, als je het lastig vindt, dus als je het eng vindt: begin dan daar.
Maria: Begin klein.
Mariëlle: Begin klein. En het is heel makkelijk om iemand toe te voegen, relatief makkelijk. Misschien is het voor mij makkelijk – maar geef iemand een geef iemand een hoorapparaat. Geef iemand een pacemaker. Geef iemand een ongeluk dat vroeger is gebeurd, waardoor het ene been korter is dan de ander.
Maria: Dus het hoeft niet ingewikkeld te zijn. Laat we het zo stellen.
Mariëlle: Het hoeft niet ingewikkeld te zijn. Je moet wel je onderzoek doen, want waar loop je met een hoorapparaat tegenaan waar andere mensen niet tegen aanlopen? Maar je hoeft inderdaad niet te gaan denken: Oh, wacht, nu ben ik niet goed bezig, want ik heb geen Surinaamse mensen in mijn verhaal. Nee, want als dat niet past in jouw setting, dan past dat niet in jouw setting.
Maria: Precies.
En stel nou voordat je dat hebt gedaan en je hebt je boek af, je eerste versie af en je wil laten checken of je het goed hebt gedaan. Ga je dan sensitivity readers vragen? Een soort van proeflezers, of je dingen goed hebt gedaan? Hoe doe je dat?
Mariëlle: Sensitivity readers is een hele goed. Er is heel veel discussie over sensitivity readers omdat mensen een soort bang zijn dat die dan dat verhaal gaan overnemen. Maar echt letterlijk het enige wat sensitivity readers doen is dat ze je verhaal kijken en kijken of jij in een van die valkuilen bent gestapt. Dus ik ben pro sensitivity readers.
Maar een sensitieve reader, afhankelijk van jouw vriendengroep, kan ook gewoon iemand zijn die je kent. En je hoeft ook niet altijd… Als het om een secundair karakter gaat… Want sensitivity readers zijn niet goedkoop. En dat is heel goed, want het is ook emotioneel werk.
Maria: Ja, het zal best.
Mariëlle: En je moet een heel boek lezen en goed lezen. Het is niet even snel… Het is niet op dezelfde snelheid dat we door een roman heen knallen. Je moet het kritisch lezen. Dus als je daar de financiën niet voor hebt… Maar als het een kleinere character is, kan het ook zijn dat je simpelweg dat stuk stuurt of een stuk stuurt waar je vragen bij hebt.
Maria: Precies. En zou het een idee zijn als je zegt van: Ik heb geen geld voor sensitivity readers, maar ik heb toevallig wel… Ik heb een kennis die toevallig homo is en ik heb een homo in mijn verhaal, kan ik dat dan aan deze persoon laten lezen? Of is dat niet een slim plan?
Mariëlle: Dat kan zeker. Alleen je moet dan wel inderdaad weten dat deze persoon spreekt niet voor de homo gemeenschap.
Maria: Nee.
Mariëlle: Nee, dus dat is inderdaad iets wat je moet weten.
Het is heel goed als je specifieke vragen kan ontwikkelen voor de persoon. Het is afhankelijk van hoe kritisch, hoe zelfreflectief de persoon zelf ook natuurlijk is naar stereotyperingen. Niet iedereen die onderdeel is van een minderheid is zich daar bewust van, wat eigenlijk fantastisch is.
Dus je moet zeker kijken of het de juiste persoon is daarvoor. Als deze persoon geen lezer is, is het ook al niet heel handig.
Maria: Nee, zeker niet. Het is eigenlijk hetzelfde dat je niet tante Fien je boek moet laten lezen om te kijken of je ook schrijffouten heb gemaakt, bij wijze van.
Mariëlle: Inderdaad, dat is geen goed idee. Tenzij tante Fien natuurlijk een redactiebureau heeft.
Maria: Precies, dan wel.
Mariëlle: Maar als tante Fien zegt: Oh, ik kan wel aardig Nederlands. Nee, dat is niet hoe we dat willen.
Maria: Nee.
Mariëlle: Dus dat is zeker een manier. Een andere is, wat ik al zei… Deze vraag deed me denken aan: laten we gewoon de hele toolkit toevoegen. Alleen al door die vragen heen te gaan kan je zoveel valkuilen voorkomen.
Een van de dingen die de toolkit doet is je dus bewust van maken of je wel of niet genoeg onderzoek heb gedaan naar een personage, zodat je personages écht driedimensionaal zijn en op zichzelf staan. En niet hangen op dat ene dingetje wat ze dan anders maakt.
Maria: Precies. Dus de toolkit en eventueel sensitivity readers inschakelen. Dat zijn de goede dingen om te checken hoe je of je dingen goed hebt gedaan. En zelfs dan zeg je kan het altijd voorkomen dat andere mensen zeggen dat je het niet goed hebt gedaan, maar dat hoort er gewoon bij. Want het is hetzelfde als je een detectiveverhaal schrijft. Dan is er altijd wel iemand die zegt van: Ja, maar daar klopt helemaal niks van, want zo gaat dat in het echt niet. Weet je, dat soort dingen.
Mariëlle: Ja, en dat is, inderdaad wat je zegt, met elk ding wat je schrijft. Er gaat kritiek komen en uiteindelijk ben jij degene die bepaalt of je de kritiek zó ter harte neemt dat je iets gaat veranderen, óf dat je het ter harte neemt en dat je het dus in je volgende boek anders gaat doen. Of dat je inderdaad… Als acht mensen zeggen: vijf stars, highly recomment en twee mensen zeggen één star, wat een rot verhaal. Ja, het is ook smaak.
Er is zoveel… En dat vergeten we dus doordat we nog niet genoeg stemmen hebben, andere stemmen hebben binnen representatie. Dat er dus heel veel diversiteit is binnen bepaalde groepen.
Dus ja, als de ene zegt: ik vind het niks, ik herken helemaal niks in dit verhaal. Dat heeft pas waarde als nog drie andere mensen uit diezelfde groep zeggen: weet je, ik weet het niet hoor. Als drie mensen zeggen: nee, dat is prima, ik ken iemand die inderdaad precies zo is, of: dat doet me zo denken aan een aan een vriend van mij…
Dus inderdaad de toolkit. Misschien toolkit first.
Maria: Dat lijkt me ook.
Mariëlle: En dan sensitivity. Zoals ik al zei, die zijn groeiend in aantal. En er is inderdaad… Online is er wel veel van: Ja, wat moeten we nou met sensitieve readers? Maar deze mensen zijn er om je te helpen. Ze zijn er niet om je de grond in te boren.
Maria: Nee, zeker niet.
Mariëlle: Dat is echt gevoel. Want het ding is dat we ervan uitgaan dat je intentie goed is. Als je dit wilt doen… Als jij al zo al zelfbewust bent dat je doorhebt van misschien moet ik dit door iemand – ik wil dat graag goed doen, dus misschien moet ik het iemand laten lezen – dan heb je al zoveel credit opgebouwd. En dan is het misschien het commentaar… Bethany doet bijvoorbeeld sensitieve reading en die komt dus heel veel dingen tegen waarvan ze denkt: Oh, dit is heel pijnlijk, maar het is de manier waarop je het communiceert naar de auteur. En dus laat zien hoe het beter kan.
Maria: Precies, absoluut.
Mariëlle: Dat is de feedback waar je iets aan hebt.
Zo kan je trouwens ook de feedback van andere mensen evalueren. Als iemand zegt dit werkt niet of dit is problematisch. Als zij niet kunnen uitleggen waarom het problematisch is aan jou… Maar als zij kunnen uitleggen het is problematisch omdat dit, dit en dit. Dan is het verstandig om te luisteren, of kijken of andere mensen het met ze eens zijn.
Maria: En dat geldt in het algemeen voor alles wat je schrijft eigenlijk, dingen die je schrijft. Niet per se over diverse karakters die je hebt gedaan, maar gewoon in het algemeen hoe een redacteur of een proeflezer iets aan jou doorgeeft. Wat zij vinden van jouw verhaal.
Mariëlle: Het doet me een beetje denken aan wat Brené Brown ooit gezegd heeft van: Iets met If you’re not down here with me in the arena, I don’t care for your feedback, of iets in die trant. Ik weet niet precies wat het is, maar zoiets zegt ze inderdaad. Als jij niet ook het harde werk doet, dan interesseert het me echt niet wat je ervan vindt.
Maria: Nee, precies.
Mariëlle: En ik denk dat dat een hele belangrijke is.
Maria: Da’s een heel belangrijke ja. Absoluut.
Nou, dank je wel voor dit gesprek. Kun je nog even wat meer vertellen over waar mensen iets kunnen vinden over jouzelf uiteraard en over de podcast?
Mariëlle: De podcast… We zijn opgehouden met afleveringen opnemen, maar de podcast blijft uiteraard. Sommigen zijn hele lange… Het zijn echt hele lange… We zien het een beetje als een soort resource die moet blijven bestaan. Sommige afleveringen is echt anderhalf uur lang. Er zit heel veel onderzoek in. Dus die kan je vinden op representationmatters.art, dus a. r. t. En overal waar je naar podcasts luistert dus Spotify, Apple, Google. Je kunt het overal vinden.
Maria: En de naam van de podcast is Doing Diversity in Writing.
Mariëlle: Ja, en op de op de website kan je dus alle show notes vinden en alle links.
Ik denk dat een van de dingen die we hebben willen leren met de podcast is mensen laten zien hoe je dus dat onderzoek doet. Dus daar kan je de podcast vinden en de show notes en alle informatie.
En ook we gaan er uiteindelijk een boek over schrijven. Bethany gaat er een boek over schrijven en ik ben de redacteur. Dus alle informatie daarover alle updates, die kan je daar ook op vinden.
En mijzelf kan je vinden op mswordsmith.nl. En ik ben overal. Ik zit op TikTok tegenwoordig, op Instagram, Facebook. Ik ben een beetje overal. En ik zal de link naar de toolkit delen.
Maria: Die zet ik ook in de show notes van deze aflevering.
Mariëlle: En dan kan iedereen gewoon de pdf downloaden.
Maria: Fantastisch! Dank je wel voor deze voor je verhaal. Erg interessant en we zullen hopen dat er meer diversiteit en representatie komt in de verhalen in het algemeen.
Mariëlle: Dat lijkt me heel goed.
Maria: Dank je wel!
Be the first to comment