#32 – Hoe maak je een personage interessant?

Als schrijver wil je dat je verhaal van begin tot eind je lezer geboeid houdt. Dat houdt in dat je naast een steengoed plot ook interessante 3D-personages te creëren hebt. Hoe doe je dat? Hoe zorg je ervoor dat een personage tot leven komt in het hoofd van je lezer?

Luister hier via de podcast player of via je favoriete podcast app. Hieronder staan de hoogtepunten en de volledig uitgetypte versie van de aflevering.

Hoogtepunten

  • Het verschil tussen achtergrond en achtergrondverhaal
  • Welke personages hebben een goed uitgewerkte achtergrond nodig?
  • De drie noodzakelijke onderdelen om een goede achtergrond te creëren
  • De mogelijke valkuilen
  • Manieren om je achtergrond in je verhaal te verwerken

De boeken die we noemen in deze podcastaflevering zijn:

Story Engineering van Larry Brooks

Positive Trait Thesaurus van Angela Ackerman & Becca Puglisi

Negative Trait Thesaurus van Angela Ackerman & Becca Puglisi

Emotion Thesaurus van Angela Ackerman & Becca Puglisi

***

Volledig uitgetypte versie van de aflevering

Maria: Hallo, Petra.

Petra: Hallo, Maria.

Maria: We zitten weer bij elkaar op de bank en we gaan het vandaag hebben over, wat ik noem, backstory. Jij noemt het achtergrond. En dat is de achtergrond van het verhaal van je personage.

Petra: Klopt.

Maria: Dan is meteen mijn eerste vraag:

Wat verstaan we onder achtergrond?

Petra: Achtergrond, zoals ik het zou omschrijven, kun je eigenlijk splitsen in twee verschillende onderdelen. Het heeft met elkaar te maken en het is eigenlijk los van elkaar te zien. Je hebt namelijk het achtergrond. Dus wat een personage maakt wie hij is en zijn familiegeschiedenis. Hoe hij is opgegroeid. Hobby’s, studie, werkervaring, eigenlijk alles wat hem vormt tot wie hij nu is.

Maria: Eigenlijk zijn leven eigenlijk.

Petra: Zijn leven, precies. Wie hij is, zeg maar, op het moment dat het verhaal begint. En je hebt het achtergrondverhaal. Dat is eigenlijk een onderdeel van het achtergrond, maar het zijn de zaken die direct leiden tot het begin van het verhaal. Dus dat is dus relevante en noodzakelijke kennis om het verhaal van je personage goed te kunnen vertellen. En het zit dus ook direct verbonden in je plot.

Denk bijvoorbeeld aan een, ik zeg maar een voorbeeld, een jongen die in zijn jeugd afscheid heeft moeten nemen van zijn beste vriend. En nu hij volwassen is kan hij daardoor moeilijk vriendschappen maken, omdat hij dat trauma van de jeugd heeft meegenomen. Als je verhaal begint met deze jongeman en zijn kijk op zijn vriendschappen en aan het eind is daar dus een verandering in gekomen, dan is dat dus achtergrondverhaal. Want dat is dus écht direct relevant op het plot.

Maria: Op hoe het verhaal in het boek gaat lopen. De groei van het personage.

Petra: Klopt. Daar wil je een verschil in maken. Achtergrondinformatie.. achtergrond is natuurlijk heel belangrijk. Maar niet alles wat achtergrond is, heeft echt een duidelijke plek die je verhaal. Niet alles hoeft verteld te worden. Achtergrondverhaal wel. Dat is echt verplicht. Dat zit in jouw plot, dat moet dus verwerkt worden.

Dus als je dan kijkt naar het verschil tussen achtergrond en achtergrondverhaal. Achtergrondverhaal is dus, nou wat ik al zei, verplicht voor jouw plot. Achtergrond is bijvoorbeeld, ik geef je even voorbeeld: Je hebt iemand met een medische opleiding en die gaat een gesprek aan met een arts. Dat gesprek zal veel inhoudelijker zijn dan iemand die een opleiding tot een monteur heeft gedaan. Die gaat een heel andere vragen stellen. Is het dan van belang dat jij moet uitleggen dat er een medische opleiding is geweest, of dat er een monteur, nee is niet van belang. Maar je wil het wel weten over je personage om dus dat dialoog goed te kunnen neerzetten.

Maria: Als schrijver moet je dat wel weten.

Waarom is de achtergrond van je personage zo belangrijk voor je verhaal?

Petra: Het belangrijkste, zou ik zeggen, is de geloofwaardigheid van je personage. Je wil echt 3D-personen neerzetten. Mensen die jouw verhaal lezen moeten het idee hebben: Dit zijn echte mensen, ook al is het een compleet fantastisch verhaal, maakt niet uit. Je wil de connectie maken met je lezer. Dus zul je geloofwaardige karakters willen neerzetten. Daardoor zul je dus moeten weten; wat zijn dan die incidenten wat jouw personage heeft meegemaakt voordat het verhaal begint? Want dan kun je dat goed overbrengen en het brengt diepgang in je verhaal.

Maria: Ik denk dat het ook gaat om… Je wilt als schrijver zorgen dat je lezer empathie gaat voelen voor je hoofdpersoon. Want die hoofdpersoon gaat iets meemaken en jij wil als schrijver dat je lezer dat echt gaat denken van: Oké, ik voel, ik leef mee met dit personage. Volgens mij kun je dat alleen doen als je een gedegen achtergrond, een gedegen backstory hebt. Dat je dat hebt uit bedacht.

Petra: Klopt. En ik zou zelfs zover gaan dat elke belangrijke personage gewoon een goed achtergrondverhaal nodig heeft. Dat ook verdient want dan breng je het verhaal echt goed over. En dan hebben we het dus niet alleen over degene die je hoofdpersonage is, maar bijvoorbeeld ook de schurk.

Maria: De schurk zeker!

Petra: De schurk heeft ook een goede achtergrond nodig, want ook al zou je als lezer denken van: Wat maakt ‘ie rare besluiten. Je wil wel uiteindelijk begrijpen tot een bepaald level van: Ja, maar ik snap wel hoe hij daar gekomen is.

Maria: Waarom hij dingen doet. Dat is superbelangrijk.

Petra: En daar kan je ook gelijk een voorbeeld, daar kan ik je gelijk een voorbeeld over geven. Als jij naar het superhelden genre kijkt. Je hebt bijvoorbeeld Superman. Superman is opgegroeid met hele liefhebbende ouders op een boerderij, is daardoor eigenlijk een heel degelijk eerzaam type. En hij doet altijd wat juist is. Dat heeft hij gewoon uit zijn opvoeding meegekregen. Zet je dat naast een schurk, bijvoorbeeld een hele bekende de Joker uit de Batman serie. En je zou niet zijn achtergrond kennen met de mentale gezondheidsstrijd die hij heeft gevoerd, waardoor hij uiteindelijk tot de Joker is ontwikkeld. Dan zet je er een soort Disney karakter neer. Dus vandaar dat je echt beide personages – tenminste de belangrijkste personages – wil je echt een goed achtergrondverhaal geven.

Maria: Als ik kijk naar mezelf, wat ik heb gedaan. Ik heb mijn hoofdpersonage. Ik heb de bad guy. Het is in dit geval een girl, bad girl. Maar ik heb ook een aantal… Ik weet niet hoe dat heet in het Nederlands. Secondary characters noem je dat in het Engels. Dat zijn bij…

Petra: Bijrollen.

Maria: Bijrollen, maar ze zijn wel dusdanig belangrijk voor de held, die heb ik ook… Daar heb ik hele goede, gedegen backstories voor gemaakt. Maar goed, als er iemand gewoon is die een keer een pizza komt afleveren, dan hoef je die persoon hoef je niet een backstory te geven.

Petra: Nee. Dan kun je, ik bedoel, als die persoon dan heel vreemd reageert, dan zou je daar nog iets over kunnen zeggen, maar dat is niet zo heel belangrijk. Het moet ook impact hebben op het plot. En als het geen impact heeft op het plot, dan hoef je daar in principe ook niet zo’n heel groot verhaal omheen te breien.

Maria: Kan wel, maar dat is dusdanig veel werk, dan ga je verzanden in allerlei dingen. Dat moet je als schrijver niet willen.

Petra: Nee, precies.

Maria: Hoe creëer je een goede achtergrond voor je personages?

Petra: Dat zijn eigenlijk drie dingen die daarin een rol hebben.

Het eerste is dat je eigenlijk even visueel moet gaan denken van: Ik zet mezelf even in de beleefwereld van de personage neer. Hoe doe je dat? Is eigenlijk ontdekken wat gaat er in hem om? Wat heeft hij meegemaakt waardoor hij dus nu op die manier denkt en doet. En ook heel belangrijk, in welke omgeving is ie opgegroeid en waar leeft hij nu? Dus world building, het wereld bouwen, zeg maar, is hier direct mee gelinkt. Want je kan je voorstellen als jij bent opgegroeid in een dictatuur, bijvoorbeeld.

Ik heb laatst een artikel gelezen over Noord-Korea, om even een voorbeeld te geven. Noord-Korea is een land waar je… dat in principe geen toegang heeft tot het internet. Zij hebben een soort intranet waarbij de regering 28 websites heeft goedgekeurd. Dus mensen die in Noord-Korea wonen mogen op die 28 websites mogen ze komen, verder niet. Dus je kan je voorstellen, mensen die daar zijn opgegroeid, hebben een hele andere kijk op de wereld, dan mensen die het volledige internet tot hun beschikking heeft.

Dus ook de omgeving zul je dus voor jouw personages heel helder willen hebben, van: Oké, waar zijn ze opgegroeid? Wat voor impact heeft dat? En hoe staat dat in verhouding tot mensen die ergens anders zijn opgegroeid. Dus dat is nummer twee.

En een andere of eigenlijk daar direct aan gelinkt is een vragenlijst. Dus hoe creëer je een goede achtergrond is door jezelf over je personages vragen te gaan stellen. En blijven doorvragen, zodat je echt helder krijgt wie hij is, wat zijn achtergrond is enzovoorts, en wat voor impact dat heeft op je plot.

Maria: Op de plot, dat is heel belangrijk. Ik heb zelf een vragenlijst voor 35 vragen.

Petra: 35?

Maria: 35. En er zijn hele uiteenlopende vragen. Een vraag is van: Hoe ziet ie eruit? Een andere vraag is van: Wat is zijn kijk op de wereld? Heeft ie wraakgevoelens over iets? Wat heeft hij meegemaakt? Alles. Hoe denkt hij over bepaalde dingen? En die vragen moet je gewoon beantwoorden, door gewoon heel creatief ernaar te gaan kijken. Je hebt je inderdaad je te verplaatsen in je karakter. Te gaan kijken van: Oké, ik ben nu ook aan het plotten. Ik ga kijken van mijn plot verloopt zo. Wat is daar de impact van op mijn character? Kan ik daar nog dingen aan veranderen? Het hangt samen, ook met world building inderdaad. Het gaat echt hand in hand.

Petra: Ja en het is belangrijk daarbij te weten dat jij als schrijver gewoon veel meer informatie hebt over je personages dan je ooit in je boek hoeft te zetten. Niet alle informatie hoeft in je boek te komen, maar je wil wel heel helder krijgen wie jouw personages zijn, om hun verhaal goed te kunnen vertellen.

En een manier die ik daar ook voor gebruik is… Ook op het plot zelf, op de acties die de personages doen, om daar vragen over te gaan stellen. Ik geef je een voorbeeld. Stel dat je … We hebben twee karakters, Peter en Sabine. Peter doet heel erg naar tegen Sabine, maar waarom doet ie dat eigenlijk? Als je daar een heel algemeen antwoord op geeft: Omdat Sabine gewoon een irritant mens is. Dat zegt niks. Want het zegt ook niks over Peter. Dat zegt dan misschien iets over Sabine, maar waarom is ze dan irritant? Dus je wil ook daar de diepte in, echt concreet antwoord gaan geven over waarom Peter Sabine zo naar behandeld. Een reden zou bijvoorbeeld kunnen zijn: Omdat Sabine Peter doet denken aan zijn zus die hem vroeger pestte. Dus je moet er echt even de diepte ingaan.

Maria: Of het kan zijn dat… spit balling… maar dat Peter Sabine nog kende van vroeger, maar dat zij hem niet meer herkent, maar hij wel en hij weet dat zij hem altijd pestte.

Petra: Precies. Dus er is een redenatie waarom hij naar doet. Dus dat wil je gewoon duidelijk krijgen. En dat als je het verhaal dan vertelt, ik bedoel, de eerste introductie die je dan als lezer hebt is: Nou, wat doet Peter naar. Dat hoef je echt niet meteen op dat moment uit te gaan leggen waarom ie naar doet, want dat is juist goed om dat later even te doen. Maar daarmee maak je wel gelijk een heel erg 3D-karakter. Oh, er zit wat achter deze actie. Peter doet niet zomaar naar. Wat zit hierachter?

Maria: Ik heb nog een voorbeeld. Dit is wat zo in mij opkomt, als je het niet erg vindt dat ik het er even zo tussendoor gooi.

De aflevering Friends, of de televisieserie Friends. Daar is Rachel. Die heeft twee zussen. En in een aflevering dan komt een van die zussen. Die klopt bij haar aan. En zij woont op dat moment bij Ross en op het moment dat die zus aanklopt zegt Rachel tegen de deur eigenlijk – ze staat aan de andere kant van de deur – zo van: Wie is daar? En de zus zegt: Je favoriete zus. En Rachel zegt: Jill? Nee, Amy. En dat moment – Ross is ook in de kamer op dat moment – zegt Rachel tegen Ross: Hide my rings. Oftewel: Ga mijn ringen verstoppen. Dat is een manier om backstory te geven.Want wat uiteraard, Rachel weet onmiddellijk dat als Amy voor de deur staat – Amy die vroeger jatte ze altijd mijn spullen. Dus ik wil niet dat zij nu mijn spullen gaat jatten. Dus zegt ze dat tegen Ross: Ga mijn ringen verstoppen. Dat geeft al, dat hele kleine zinnetje Hide my rings, geeft voor mij, zoals ik dat toen zag, toen ik dat voor het eerst zag, dat geeft zo ontzettend veel achtergrondinformatie, maar het vertelt eigenlijk niks. Het geeft niks over de achtergrond helemaal, maar het geeft een indruk bij de kijker, in dit geval, of de lezer van: Hoe je dat dus goed kunt doen om backstory toe te voegen.

Petra: Ja, en als kijker zul je dan gelijk ook denken: Oké, Rachel die vertrouwt haar dus niet, wat gaat ze nog meer allemaal doen? Dan ga je ook met argusogen naar deze Amy kijken.

Maria: Wat is dat voor karakter?

Petra: Dus dat is een heel goed voorbeeld om inderdaad, hoe je backstory je erin kunt verwerken door gewoon, eigenlijk… hoe noem je dat?

Maria: Sprinkling.

Petra: Ja, ik kan niet op het woord komen.

Maria: Kleine dingetjes hier en dat toevoegen.

Petra: Ja, precies.

Maria: Wat zijn mogelijke valkuilen bij het creëren van een achtergrond?

Petra: Die zijn er zeker en een daarvan, wat ik in ieder geval merk bij schrijvers, is dat ze het zichzelf te moeilijk maken. Dat ze te veel duiken op de hele achtergrond van het personage. Dat het vervolgens inhoudt dat ze eigenlijk niet gaan schrijven. Dat ze: Nee, het moet eerst helemaal duidelijk, helemaal helder krijgen wat de beweegreden is. Dat ze haast een beetje een psycholoog gaan worden voor de personage.

Maria: Dat ze erin blijven hangen.

Petra: Dat ze erin blijven hangen. Waar het met achtergrond eigenlijk om gaat is in elk geval een – achtergrondverhaal moet ik eigenlijk zeggen – een incident kiezen die je plot vooruit drijft. Waar het plot eigenlijk om draait. In ieder geval één. Dus in dit geval kun je zeggen: Less is more. Als je merkt dat dit een valkuil voor je is, dat je het dat je té groot maakt, te moeilijk, breng het dan even terug naar wat in ieder geval dat ene incident wat het plot aanzet. En dat hoeft echt niet gelijk volledig traumatisch iets te zijn. Maar het is wel dusdanig traumatisch voor het personage om het verhaal te starten.

En vervolgens wil je ook – dat is ook een valkuil – is dat je zoveel achtergrondinformatie probeert te verwerken in je verhaal, waarbij je eigenlijk loze informatie geeft dat geen impact heeft op het plot. Een voorbeeld waar ik laatst iets over las. Ik kijk heel graag naar Movie Reviews op YouTube. Dus dan is er iemand die heeft zo’n film gekeken en die gaat dan zeggen wat ze ervan vinden. Daar was een film, die heb ik zelf niet gezien, maar de reviews waren allemaal hetzelfde dus vandaar dat ik dit als een voorbeeld geef. Die film heette Jupiter Ascending. Dat is dus een film waarbij daar heel duidelijk een soort achtergrondinformatie wordt gegeven wat vervolgens in het hele verhaal niet van toepassing was. Het maakte helemaal niet uit. Het ging zeg maar, de hoofdpersonage haar vader is vermoord en dat had helemaal geen effect op de rest van de plot. Ja, dan kun je dat net goed weglaten. Zorg dus dat je ten eerste niet jezelf te moeilijk maakt en ten tweede dat je echt heel helder hebt: Heeft het impact op het plot, ja of nee? Nee? Weg. Dan moet het eruit.

Maria: Want anders gaan lezers zich vervelen. En als ze zich vervelen dan stoppen ze met lezen.

Petra: Of je maakt de lezers gewoon heel erg verward.

Maria: Verward of boos, dat het niet terugkomt.

Petra: Dat het niet terugkomt. En als dingen niet worden afgerond in een verhaal, dat zijn 9 van de 10 keer dingen die hadden niet eens gestart moeten worden in het verhaal.

Maria: Plotholes.

Petra: Plotholes, inderdaad.

Maria: We hebben het er al een heel klein beetje over gehad, maar hoe verwerk je achtergrondverhaal in je plot?

Petra: Nou ja, wat we al een beetje hebben gezegd is, hou het in ieder geval boeiend. En daarmee bedoel ik dat, je wil je lezer vanaf begin tot eind wil je in het verhaal blijven houden. Dat betekent dat je het niet alle achtergrondinformatie gelijk in het begin doet of helemaal pas aan het eind. Dus dat wil je gewoon sprinkelen door het hele verhaal heen.

Maria: Dat is een beetje die infodump. Je kan met world building kan je een infodump hebben van: Oké, je gaat meteen vertellen hoe de wereld eruitziet. Hoeft ook niet. Maar datzelfde geldt voor dit.

Petra: Ja, en als, net als het voorbeeld van Sabine en Peter, als je op dat moment gelijk gaat uitleggen bij die eerste keer dat Peter naar doet tegen Sabine wat de hele beweegredenen daarachter is. Is helemaal niet interessant.

Maria: Bovendien verklap je dan dingen misschien.

Petra: Ja, je verklapt dingen en het is weer zo’n soort infodump die daar niet past. Het is juist goed om op dat moment de lezer gewoon eens te laten nadenken van: Hé, waarom doet Peter eigenlijk zo raar? En dat gewoon een x-aantal hoofdstukken. Op een gegeven moment sprinkel je hier en daar wat informatie. Oh, er is wat gebeurd in zijn verleden. Oké, maar wat is er dan gebeurd? Nou, dan weer een paar hoofdstukken later en op die manier ga je het dus ga je het dus vertellen.

Maria: Dat is de manier waarop je… wat je eigenlijk ook kunt plotten vanaf het begin. Dat je dus weet van: Oké, waar kan ik wat plaatsen?

Petra: Klopt. Dus je wilt het gewoon heel duidelijk hebben van: Dit is mijn achtergrondverhaal. Hoe sprinkel ik dat ook dat uit over het gehele verhaal? Dat maakt dus dat dit soort onderwerpen eigenlijk meer voor plotters is dan voor pantsers.

Maria: Ja, dat zat ik net te denken, dat klopt.

Petra: En tegelijkertijd denk ik ook als jij een goed verhaal wil schrijven, zul je toch wel iets van plotten moeten doen. Maar goed, dat is weer een ander verhaal.

Maria: Dat is een ander onderwerp.

Petra: Maar als we dan terugkijken naar de hoe. Hou het boeiend. Verspreid het over het verhaal en het hoe dat kun je op verschillende manieren doen. Je kan er een flashback doorheen gooien. Je kan in dialoog tussen twee personages, kun je ook het een en ander verhullen. En als jij vanuit de stem van de alwetende verteller, dus de schrijver die het hele verhaal kent, weet wat er is gebeurd en wat er gaat gebeuren. Als dat jouw vertelstem is, dan kun je ook nog een deel van die achtergrondinformatie in een introductie, conclusie of samenvatting geven.

Dus dat zijn de manieren hoe je dat kunt verwerken.

Maria: Dat zijn de manieren waarop je dat kan doen.

Heb jij nog een conclusie voor ons?

Petra: Ik denk dat het goed is als we nog even een even kort gaan samenvatten. Stap een is dus leer je personage ze goed kennen, alsof je eigenlijk het dagboek van je beste vriendin aan het lezen bent. Dus je wilt weten hoe hij overkomt, maar ook wat er intern met hem gebeurt. Schrijf, dit is een tip. Schrijf eerst de achtergrond, de volledige achtergrond op van je personage. En doe dat in de chronologische volgorde. Vanaf het moment dat dat iemand geboren is: Oké, wat gebeurt er eigenlijk allemaal? Dat helpt om een duidelijk beeld te krijgen van het leven wat hij heeft geleid tot je verhaal.

Maria: Tot op de eerste bladzijde.

Petra: Tot die eerste bladzijde. Creëer daarna het achtergrondverhaal door te kiezen uit die hele achtergrond: Welke delen zijn van impact op het plot? Maak daar dus het onderscheid in. En kies dan in ieder geval een incident die de katalysator is van je verhaal. Die het verhaal dus echt direct aan gaat steken.

Nog een tip die ik daarbij kan geven is: Als je jezelf vragen gaat stellen over het personage, probeer eens de zeven keer waarom vraag te stellen. Dat is een theorie, als je gaat googelen bijvoorbeeld op de Seven layers of why, dan vind je daar allerlei YouTube filmpjes en dingen over. Echt interessant om eens… om te gaan uitzoeken. De stelling erachter is eigenlijk, op een moment dat jij een situatie hebt met iemand: Peter reageert naar op Sabine. Waarom reageert Peter naar? Omdat hij Sabine irritant vindt. Ja, maar waarom vindt hij Sabine irritant? Omdat zij hem doet denken aan zijn zus. Waarom doet zij hem denken aan haar zus? Op die manier ga je elke keer een laagje dieper en kun je dus uiteindelijk kom je tot een antwoord dat eigenlijk hetzelfde is als het antwoord op de vorige vraag. Dan weet je, dan zit je op het diepste niveau. Dus dat is een hele duidelijke manier hoe jij geloofwaardige karakter kan neerzetten, door écht die waarom duidelijk te krijgen.

Als laatste nog een tip. Bespreek je achtergrondverhaal met iemand anders. Het helpt om uit je hoofd te gaan en het gewoon eens bij een ander neer te leggen. Wat vind je ervan? Vind je dit een geloofwaardig karakter? Vind je het logisch dat hij deze acties doet als hij dit heeft meegemaakt? Dat soort dingetjes.

Maria: En een schrijfcoach kan daar ook echt bij helpen.

Petra: Een schrijfcoach kan zeker helpen.

Maria: Ik heb, met mijn schrijfcoach bespreek ik dit soort dingen, wil niet zeggen dagelijks, maar misschien wel wekelijks.

Petra: Schrijfcoach kan je daarin helpen, maar mocht je denken: Dat kost me te veel geld of daar wil ik niet in investeren, dan kun je het ook prima met een beste vriendin doen, een andere schrijver. Maar zorg wel dat je het met een tweede persoon er even naar kijkt. Het helpt om je even uit je hoofd te gaan, dus dat zou mijn conclusie zijn.

Maria: Hartstikke goed.

Ik heb nog een kleine toevoeging. Ik denk dat er een aantal hele goede boeken zijn over hoe je dit kunt doen. Tenminste laat ik zo stellen, de boeken die ik daarvoor heb gebruikt. Dat zijn Engelstalige boeken, maar het geldt net zo goed voor Nederlands. Story Engineering van Larry Brooks. Daar wordt niet alleen het plot, hoe je een boek moet plotten, maar ook hoe je goede character, 3D-character opzet. Je hebt Positive Trait Thesaurus en de Negative Trait Thesaurus. Dat zijn dus, zeg maar, een soort van…Hoe noem je dat? Thesaurus? In het Nederlands, thesaurus?

Petra: Ik heb geen idee, maar ik weet wel dat het een soort serie is, met allerlei…

Maria: Daar staan dingen in van: je hebt positieve eigenschappen en negatieve eigenschappen. En de negatieve eigenschappen die zijn bijvoorbeeld heel eigenwijs of zo. Of positief, een positieve kijk op de wereld. Dat soort dingen. Daar staan heel veel dingen, in de introductie staan heel veel goede dingen in, hoe een character denkt. Hoe het personage denkt. Hoe het is gekomen tot waar ze zijn. En het laatste is nog de Emotion Thesaurus. Die zijn alle drie zijn ze geschreven door onder andere Angela Ackerman. En dat zijn ongeveer zowel… Die vier boeken zijn mijn bijbels voor het maken van personages, geloofwaardige personages. En die zullen we in de shownotes zetten.

Petra: Mooie tips.

Maria: Hartstikke goed. Dank je wel het gesprek.

Petra: Ja, jij ook bedankt.

 

About Schrijven & Uitgeven 53 Articles
Informatie én inspiratie over schrijven, uitgeefopties en marketingideeën voor jouw boek!

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*