We praten over de do’s en don’ts van het eerste hoofdstuk. Hoe belangrijk is het om dit hoofdstuk zo perfect mogelijk te maken, wat zijn typische beginnersfouten én hoe kun je die oplossen?
Luister hier via de podcast player of via je favoriete podcast app. Hieronder staan de hoogtepunten en de volledig uitgetypte versie van de aflevering.
Hoogtepunten
- De functie van je eerste hoofdstuk
- Wat is een proloog?
- Wanneer gebruik je een proloog?
- Typische beginnersfouten voor een eerste hoofdstuk
- Wat je eerste hoofdstuk absoluut nodig heeft
- Afkijken bij andere auteurs
Wil je met andere schrijvers in contact komen en van elkaar leren, ga dan naar de Hangplek voor Nederlandstalige selfpubbers op Facebook.
Jouw tips over het schrijven van een eerste hoofdstuk delen? Stuur ons een email via hallo at schrijvenenuitgeven punt nl.
***
Volledig uitgetypte versie van de aflevering
Maria: Goedemorgen, Petra.
Petra: Goedemorgen, Maria.
Maria: Leuk dat we weer bij elkaar zitten.
Petra: Inderdaad.
Maria: Vandaag gaan we het hebben over een belangrijk onderdeel van je boek: Het eerste hoofdstuk. En het is naast de flaptekst vaak wel het eerste wat lezers onder ogen krijgen. Dus het is wel een belangrijk onderwerp om het een keer over te hebben.
Petra: Klopt.
Maria: En gelukkig weet jij daar alles van.
Petra: Ja, ik heb daar inderdaad wel wat ervaring mee.
Maria: Daarom. Nou, dan ga ik je daar wat vragen over stellen.
Dat eerste hoofdstuk heeft dat eigenlijk een functie in je boek?
Petra: Ja, en misschien wel een van de belangrijkste functies van een boek überhaupt. Je zei het net al, het is natuurlijk ook het eerste wat lezers zien. Mensen die je boek willen kopen. Die kunnen een inkijkexemplaar op Bol.com bijvoorbeeld aanklikken en die zien dan ook gelijk dat eerste, of tenminste een deel, van het eerste hoofdstuk. Dus het is gelijk een eerste introductie met wie jij bent als schrijver, je schrijfstijl en je personages. Want dat eerste hoofdstuk ga je natuurlijk ook gelijk al iets zeggen over je personages.
Dus ja, de functie van je eerste hoofdstuk is eigenlijk een introductie. Van wie jij bent als schrijver, maar ook waar je verhaal over gaat.
Maria: Waar je boek over gaat. En dat kun je behoorlijk fout doen, denk ik. Maar dat is dus niet de bedoeling natuurlijk. Ik denk dat het inderdaad, het eerste hoofdstuk, als je het zo bekijkt, zou je het ook kunnen zien dat het onderdeel kan zijn van je marketing.
Petra: Ik denk dat je dat zeker op die manier wilt bekijken. Zeker.
Maria: En sommige boeken, met name in bepaalde genres, heb je wel dat je een proloog hebt.
Maar is een proloog een eerste hoofdstuk, of als dat het niet is, wat is dan het verschil tussen een proloog en een eerste hoofdstuk?
Petra: Een proloog is geen eerste hoofdstuk. Het is echt een losstaand iets van het verhaal. Je moet het eigenlijk zien als een stuk, een korte tekst dat vooraf gaat aan het verhaal. Heel vaak zie je dat de proloog bijvoorbeeld 300 jaar geleden plaatsvond. Het is een soort introductie van de wereld. In Fantasy bijvoorbeeld gebeurt dat heel vaak.
En het is ook heel vaak vanuit een personage die niet een hoofdpersonage is. En dat is ook gelijk het gevaar van een proloog, omdat je lezer gaat zich al identificeren met die eerste persoon die in de proloog voorkomt, en dan ineens is het eerste hoofdstuk een compleet ander personage. En natuurlijk kan het wel zo zijn dat het personage uit de proloog weer terugkomt, alleen het is over het algemeen bijna nooit het hoofdpersonage. En dat maakt dus dat een lezer tussen het proloog en een eerste hoofdstuk een switch moet maken: Oh, dit is niet het boek dat ik lees. Oké, wie is nu eerst. En dat kan mensen afstompen.
Maria: Ja, dat lijkt mij ook.
Petra: Ik kan je wel even een kleine anekdote vertellen. Toen ik begon met mijn serie, de Somnia Series, was ik heel erg: Ja, ik ga beginnen met een proloog in elk boek. Leuk. Gewoon even een klein stukje wat inderdaad een X-aantal jaren geleden gebeurde. En vervolgens ging ik het verhaal schrijven en ik ontdekte in elk boek dat die proloog eigenlijk alsnog verwerkt werd in het verhaal. Dus het heeft totaal geen toegevoegde waarde. Dus je moet met een proloog heel zeker zijn: Is dit echt informatie die niet in het verhaal zelf naar voren kan komen? Want dan moet je het schrappen.
Maria: Persoonlijk vind ik… Proloog, die moet je al heel goed, moet al een heel goede proloog zijn, wil het interessant genoeg zijn en meestal kun je het gewoon weglaten. In mijn optiek.
Petra: Ja, het hangt er helemaal vanaf waar het over gaat. Maar ik denk juist omdat het eerste hoofdstuk zo belangrijk is en een proloog dan eigenlijk die functie krijgt, wil je dus zeker weten dat je niet een lezer de verkeerde kant op wijst.
Als jouw proloog over een bepaalde wereld gaat en vervolgens in hoofdstuk 1 zitten we in onze wereld, omdat het personage uiteindelijk naar die wereld toegaat, dan heb je een switch te maken en dat… Je zet eigenlijk de lezer op het verkeerde been.
Maria: En dat is wat je juist niet wilt doen, vooral omdat je, wat we eerst zeiden: Het gaat over de marketing. Je moet zorgen dat die lezer meteen onmiddellijk weet van: Oké dit boek is voor mij. Hier wil ik mee verder. En als je dan wordt afgeleid door een proloog, dan is dat niet handig.
Petra: Precies. En wat je ook wel ziet, bedenk ik me nu, is dat je een soort proloog krijgt in de vorm van een soort teaser, wat zich gaat afspelen later in het verhaal. Heb je ook wel eens, dat je zo’n soort terugblik krijgt. Kan ook in een proloog variant. Zou ik niet doen.
Als je wilt terugblikken, kun je dat prima in een eerste hoofdstuk doen. Afhankelijk of het past bij het genre. Dat is wel heel belangrijk. Maar ja, dat is dus eigenlijk een beetje mijn idee over een proloog. Wees heel kritisch of je het nodig hebt.
Maria: Wees er heel voorzichtig mee.
Wat zijn de typische beginnersfouten die je kunt maken bij het schrijven van je eerste hoofdstuk?
Petra: Ik heb, ik denk, vier die ik daarvoor kan opnoemen.
Laten we beginnen met degene die over het algemeen… waar we eigenlijk al een beetje op ingehaakt zijn en dat is met een valse start beginnen.
Dat houdt dus eigenlijk in dat je een of meerdere scènes schrijft aan het begin van het hoofdstuk. Je wordt meegetrokken als lezer in een bepaald verhaal en aan het eind van het hoofdstuk: Oh, het was een droom. Dat zijn valse starten. Dat wil je eigenlijk niet doen. Want dan is het, net als een proloog zet je je lezer op het verkeerde been. En niet dat dat automatisch slecht is, maar je lezer heeft meer moeite nodig, op dat moment, om door te gaan in het verhaal.
Maria: Om door te lezen.
Petra: Ja, je wilt het eigenlijk zo makkelijk mogelijk maken voor de lezer om door te lezen.
Maria: Uiteraard.
Petra: Dus die drempel wil je liever niet.
Maria: Je wilt een ‘page-turner’ en op het moment dat mensen stoppen met het turnen van de page, dan doe je iets fout.
Petra: Klopt.
En een andere manier is als jij het eerste hoofdstuk vanuit een compleet ander personage schrijft, dan je tweede, derde, vierde, vijfde hoofdstuk… Kijk als je het afwisselt, dat kan. Want je hebt verschillende ‘point of views’, hoe ze dat noemen. Umm… ik kan even niet bedenken wat het Nederlandse woord daarvoor is.
Maria: Nee, weet ik ook eigenlijk niet.
Petra: POV.
Maria: POV, ja, het is gewoon POV.
Petra: De verteller, eigenlijk, laten we het zo zeggen. Dus dat kan wel. Je kunt natuurlijk vanuit meerdere personages het verhaal gaan vertellen, maar als jouw eerste hoofdstuk vanuit Pietje wordt geschreven en vervolgens komt Pietje pas in hoofdstuk 20 weer terug? Dat wil je ook niet doen.
Maria: Dat is niet handig.
Petra: Dus dat is nummer 1.
Een tweede beginnersfout is als jij denkt van: Een dag begint gewoon als ik wakker word. Dus mijn personage wordt wakker. Nou, dan gaat ze even douchen en dan gaat ze even ontbijt maken en dan gaat ze zich klaarmaken voor het werk. Zucht. Dat is gaap. Dat wil je niet.
Maria: Saai.
Petra: Dat is echt saai. Je wilt eigenlijk gewoon kijken: Kun je ergens midden in een scène beginnen, zodat je iemand gelijk, hup, in die scène neerzet en de betrokkenheid met de personages gaat creëren.
Een andere, wat ook vaak voorkomt, wat je niet wilt doen, is een volledige omschrijving van je hoofdpersonage. Ze keek in de spiegel en ze had krullend haar, en haar blauwe ogen en dit en dat. Natuurlijk wil je een beetje een omschrijving geven, maar probeer dat een beetje creatief te doen en laat ook iets aan de verbeelding over. Want als jij volledig een personage neer gaat zetten, dan haal je ook de creativiteit bij de lezer weg in het leesproces.
Maria: Ja, Ik heb zelfs moeite mee als men de hoofdpersonage op de cover zet. Want ik wil zelf, als ik een boek lees, zelf dat personage in mijn beeld voor mij zien en ik wil dat zelf doen. Dan wil ik niet dat het op de cover staat, dat het een totaal andere persoon blijkt te zijn, als dat ik denk dat het is.
Petra: Ja, en dat is ook het gevaar. Ik heb zelf wel eens een boek gelezen waarbij het hoofdpersonage een Amerikaans Afrikaans meisje was. Dan heb je natuurlijk gelijk een bepaald beeld als je dat hoort. En de dame op de cover was een blank meisje. En dan denk ik: Ja, dat is precies wat je niet wil. Dan kun je beter gewoon geen personage op de cover neerzetten.
Maria: Precies, dan is er iets fout gegaan met de productie, denk ik, op dat moment.
Petra: Daar is niet over nagedacht.
En het laatste wat je niet wilt doen voor een eerste hoofdstuk is een infodump. Je wilt niet gelijk de hele wereld gaan schetsen. Of veel langer dan in het eerste hoofdstuk, dat wil je ook niet. Maar een hele uitleg over de wereld is niet belangrijk. Je wil de wereld laten zien door de ogen van het hoofdpersonage. En op die manier kun je de hele wereld alsnog introduceren door het hele boek heen.
Maria: Dat kan in kleinere stappen. Dat hoeft niet in een… Hier is het.
Petra: Moet je voorstellen dat jij iemand ontmoet en die persoon woont in dezelfde wereld als jij. Jij gaat bij je introductie vertellen van: Nou, ik kom uit de wereld de Aarde en de politiek is op deze manier geregeld en busvervoer is op die manier… Is helemaal niet interessant. Jouw introductie doe je op basis van: Oké, busvervoer? Prima, wil je dat weten? Wij gaan even een busritje nemen en op die manier vertel je dan over de bus. Heel stom voorbeeld, maar goed.
Maria: Maar het klopt.
Petra: Het gaat er denk ik om dat je de lezer mee wil nemen in alles. Je wilt niet een geschiedenisboek gaan schrijven en daarna pas een avontuur gaan vertellen.
Maria: Je kunt best een geschiedenisboek schrijven, maar dan doe je dat apart en dan ga je die gebruiken als reader magnet voor je lezer, als extraatje.
Petra: Dat is een hele mooie tip! Inderdaad, als je dat op die manier kwijt wil, dan doe je dat…
Maria: Dan doe je dat later eens een keer en dan trek je daar weer nieuwe lezers mee aan, of je geeft een cadeautje aan je huidige lezers. Dat is geen enkel probleem. Maar niet in je eerste hoofdstuk.
Petra: Zeker niet in je hoofdstuk, nee.
Maria: Dus dat zijn de typische beginnersfouten?
Petra: Ja, dat waren de vier die ik direct in mijn hoofd had toen jij die vraag stelde.
Maria: Maar dan heb je natuurlijk meteen de vraag die bij mij opkomt:
Hoe doe je dat dan wel, een goed eerste hoofdstuk schrijven? Heb jij daar tips voor?
Petra: Ja. Het belangrijkste waar je mee bezig wilt zijn in het eerste hoofdstuk is een hook creëren. Dat is iets wat de nieuwsgierigheid van je lezer opwekt. Je wilt namelijk dat de lezer door gaat lezen. Als het eerste hoofdstuk niet interessant genoeg is, is de kans gewoon aanwezig dat de lezer zegt: Nou, dit ga ik niet verder. Daar ga ik mijn tijd niet instoppen.
Dus je wil een hook creëren, een zaadje planten, zodat de lezer dat hoofdstuk eindigt met: Hoe gaat dit aflopen? Ik wil weten wat er nu gaat gebeuren. En dat hoeft niet heel groot te zijn. Je hoeft echt niet gelijk het gigantische probleem van je boek in je eerste hoofdstuk te pakken. Beter juist van niet. Het gaat om prikkelen. Dus dat is nummer 1.
De tweede tip die ik zou geven: Laat de lezer kennismaken met je personage. Met andere woorden, jouw hoofdpersonage is de held van je verhaal, om het even zo te zeggen. Jij wil als lezer dus weten: Wie is dat eigenlijk? En waarom moet ik mij verbonden voelen met hem of haar? Kan ik me identificeren met de issues waar ze tegenaan lopen? Want zolang je dat niet kan, dan heeft een lezer ook niet het idee van: Ik wil weten wat er met die persoon gaat gebeuren in dit verhaal. Dus je wil die verbinding gaan creëren tussen de lezer en je hoofdpersonage.
Maria: Want anders dan gaan ze ook niet doorlezen. Als het een hele saaie persoon is, of er staat niks op het spel voor deze persoon, dan denkt de lezer aan het eind van hoofdstuk 1”Ja, maar waar gaat dit boek eigenlijk over? Er gaat niks gebeuren. Het klinkt saai. Ik ga niet verder.
Petra: Precies. Dus moet je voorstellen, als jij inderdaad zo’n hoofdstuk hebt van ofwel zo’n droom, waarbij je aan het eind denkt: Ja maar, wat zijn nou de stakes? Want dat was een droom. Dat was allemaal niet echt. Dus dat is al een complete big no-no. Of je hebt zo’n hoofdstuk van: Nou, ik werd wakker en ik ging douchen en… die hele eerste start van de dag. Daar kun je ook niet genoeg vertellen over een personage om die interactie te krijgen met de lezer. Om dat gevoel te hebben van: Ik wil weten wat.. Oké, ze gaat naar haar werk en dan? Wat is daar nou interessant aan? Dat zegt niks. Dus hook en kennismaking. Twee hele belangrijke.
En als laatste zou ik ook nog even willen inhaken op iets wat toch wel door heel veel schrijvers, vooral beginnende schrijvers, wordt benadrukt van: Ja, die eerste zin. Die eerste zin, dat moet gewoon gelijk goed zijn. Ben ik het deels mee eens. Ik zou hem eigenlijk vergroten naar de eerste paragraaf. Die eerste alinea. Je wilt namelijk dat een lezer gelijk dat verhaal ingetrokken wordt. En een eerste zin is heel erg moeilijk als je dat met een eerste zin kunt bereiken… Dus mijn tip zou zijn: Focus je op die eerste paragraaf.
Daarbij ook te zeggen is dat als jij begint met je eerste hoofdstuk en je gaat gelijk helemaal broeden op die eerste zin en eerste paragraaf, dan ga je vastlopen. Doe dat dus niet. Ga gewoon lekker je eerste versie schrijven en zodra dat klaar is – of zodra alleen je eerste hoofdstuk klaar is, kun je natuurlijk ook wel doen – ga dan eens even kijken naar dat eerste paragraaf, die eerste zin: Kan ik dat nog even wat meer prikkelend maken?
Maria: Precies. Dat is beter om dat achteraf te doen. Gewoon eerst lekker je hele boek gewoon afschrijven.
Petra: Die hele creativiteit moet er eerst even uit. Precies. Ja, dat zouden mijn tips zijn.
Maria: Nou komt er een vraag zo in mij op van: Jij hebt heel veel verstand van eerste hoofdstukken.
Wat is nou een boek waarvan jij zegt van: Dat boek vind ik een fantastisch eerste hoofdstuk hebben?
Sorry, ik weet dat dit is niet een vraag die we hadden voorbereid, dus ik gooi ‘m er even in.
Petra: Oh, ja. Dat is een hele goeie. Even denken. Nou, ik heb in ieder geval wel eens een boek gelezen waarbij het eerste hoofdstuk mij absoluut niet aantrok. Dat was zo’n infodump verhaal. Ik heb wel toen doorgelezen, omdat dat ik dacht: Ik wil weten waar dit naar toegaat. Na 100 pagina’s werd het pas interessant, dus ik heb heel veel geduld moeten uitoefenen.
Maar ja, een eerste hoofdstuk… Ik denk dat ik dan toch terugkom op een van mijn favoriete boeken en dat is Harry Potter.
Maria: Ja, ik zat zelf ook net te denken aan Harry Potter.
Petra: Die deed het heel erg goed, want je gaat gelijk… Je maakt kennis met Harry. Je ziet de stakes, hoe hij wordt behandeld door zijn familie. Je voelt gelijk de verbinding van: Oh… Je wilt hem eigenlijk in bescherming nemen. Nou weet ik niet precies meer waar het eindigde, dat eerste hoofdstuk, maar volgends mij werd er al wel een stukje magie geïntroduceerd.
Het is een tijd geleden dat ik het boek heb gelezen. Ik heb nu zin om hem weer op te pakken, weet je dat?
Maar ik weet dat dat inderdaad… Want ik pakte het boek op als zijnde: Oh, dit wordt een kinderboek. En ik was vrijwel direct, had ik zoiets van: Nee, dit is toch wel echt mijn soort verhaal.
Maria: Ik had na de eerste pagina al zoiets van: Hmm… oké.
Petra: Dit kan nog wel iets worden.
Ik denk dat dat mijn eerste keuze zal zijn.
Maria: Ja, ik denk dat dat bij mij ook wel zo zou zijn. Nou, harstikke goed, dank je wel. Even een trick question.
Heb jij nog een conclusie voor ons wat betreft dit hele, waar we het nu over hebben gehad?
Petra: Ik denk sowieso voor je begin te schrijven, bepaal eerst even het genre waarin schrijft. Zodat je weet de genreconventies waaraan het verhaal moet voldoen, dat je echt die basis even hebt.
Pak vervolgens een vijftal boeken van dat genre uit je boekenkast en ga eens kijken waar het eerste hoofdstuk over gaat. Wat trekt je aan in dat hoofdstuk? Wat stoot je af in dat hoofdstuk? Kijk wat met elkaar overeen komt, en op die manier kun je namelijk heel goed leren wat de functie is van een eerste hoofdstuk. Want jij bent dan even, als lezer kijk je dan ernaar. En je kunt kijken: Oké, wat is de hook? Welke hook gebruiken ze? En je kan natuurlijk even die eerste zin bekijken. Of de eerste paragraaf. Wat is dat? En dan zul je ontdekken dat het lang niet altijd interessant genoeg is.
Maria: Je kunt in elk geval de vergelijking maken met verschillende boeken die je bekijkt, zeg maar.
Petra: Precies.
En zeker voor een beginnende schrijver zou dit mijn eerste tip zijn. Ga gewoon kijken wat andere schrijvers hebben gedaan. Pak die boeken erbij. Maak notities, want daarmee kun jij je eigen hoofdstuk natuurlijk ook verbeteren.
Maria: Maar ik denk wel dat het belangrijk is dat je kijkt naar, wat je zei, in je eigen genre. Stel dat er een bepaald soort eerste hoofdstuk gebruikelijk is en dat kan misschien wel per genre misschien wel verschillen. Maar zorg in elk geval dat je daar bekend mee bent.
Petra: Ja, en wil jij een Fantasy boek schrijven voor volwassenen, ga dan niet een Fantasy boek voor kinderen pakken. Dat zijn ook dingen waar je op wilt letten. Dus pak de juiste doelgroep en pak de juiste genre.
En een laatste tip denk ik die ik zou geven is, voor mensen die zich hierbij aangespreken voelen, zet je perfectionisme uit. Ga niet dat eerste hoofdstuk proberen helemaal te perfectioneren voordat je naar het volgende hoofdstuk gaat.
Maria: Maar dat geldt ook sowieso voor alle hoofdstukken die je schrijft, maar het eerste hoofdstuk zeker. Want ik weet zelf uit ervaring, als beginnend schrijver, dan ben je heel erg geneigd om te zeggen van: Dat eerste hoofdstuk moet fantastisch! En je blijft erin hangen.
Petra: Dat is ook een beetje het punt. Je kan het eerste hoofdstuk pas echt perfectioneren als je weet wat er in de andere hoofdstukken gaat gebeuren. Dus zodra jouw hele eerste versie klaar zit, dan weet je: Oké, nou kan ik gaan vooruitblikken, bij wijze van, foreshadowing. Hoe heet dat nou weer?
Maria: Foreshadowing, ja…
Petra: Ja, maar dat is ook weer een Nederlandse term dat ik… Dit zullen de lezers vaker merken dat we de Engelse termen wel weten, maar de Nederlandse niet.
Maria: Nederlandse niet, nee. Wat er gaat gebeuren… Een vooruitblik naar wat er gaat gebeuren maar op een verhulde manier.
Petra: Heel genuanceerd. Want je wilt inderdaad niet gelijk al alle kaarten op tafel neerleggen. Je wilt gewoon prikkelen.
Maria: Precies, maar een foreshadowing is specifiek dat… Je plaatst iets erin waarvan de lezer achteraf pas zegt, als ze bij hoofdstuk 23 zijn, van: Ah… maar dat was daar. Dat ging daar over. Dat is foreshadowing.
Petra: En dat stukje kun je niet doen als je niet weet wat er in de rest van het verhaal gebeurt. Dat kan niet.
Dus de perfectionisme uit en gewoon lekker die creativiteit in.
Dus dat zou mijn conclusie zijn.
Maria: Dat vind ik een hele goeie conclusie.
Petra: Mooi zo.
Maria: Ik denk dat dit hele goeie tips zijn voor het schrijven van een eerste hoofdstuk.
Petra: En ik ben ook heel benieuwd naar mensen die hiernaar luisteren, wat voor tips zij eventueel hebben. Hoe zij een eerste hoofdstuk ingaan. Dus deel gerust met ons via mail of in de comments hieronder, wat jullie ervan vinden.
Maria: Ja, hartstikke goed.
Dank je wel voor dit gesprek.
Petra: Ja, jij ook bedankt.
Be the first to comment